les 33: De Romeinen veroveren Gallië Flashcards

1
Q

tijd

A

Klassieke Oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ruimte

A

Gallië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

domeinen

A

Politiek, sociaal, cultuur, economisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

betekenis natuurreligie

A

is een vorm van godsdienst waarbij natuurverschijnselen, dieren en de natuurkrachten aanbeden en vereerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

betekenis kolonie

A

Een kolonie is een groep Romeinen die zich blijvend in het veroverde gebied vestigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is romanisatie

A

Galliërs volledig

Romeins maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

toon aan dat de Galliërs geen eenheid vormen

A

Ze voerden ook regelmatig strijd tegen elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een voordeel dat Julius Caesar heeft tegenover de Galliërs

A

Caesar maakt gebruik van de ruzies tussen de verschillende stammen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe proberen de Romeinen de controle in Gallië te behouden

A

Om Gallië onder controle te kunnen houden, worden op strategische plaatsen legerkampen
opgericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Manieren waarop de Romeinen zich in Gallië proberen te vestigen

A

Ze leren hun de Latijnse taal en De Romeinen delen de veroverde gebieden
in provincies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de invloed van de Romeinen op de Gallische

godsdienst

A
  • Gelijkschakeling Romeinse goden met Gallische goden

- Naast natuurreligie ook christendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly