Les 3: Over tijd, ruimte en domeinen Flashcards

1
Q

Wanneer begint de christelijke tijdrekening?

A

In het jaar 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door welke gebeurtenis is de Christelijke tijdsrekening begonnen?

A

Doordat Jezus geboren was. Sinds dan is de Christelijke tijdsrekening begonnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer begint de Islamitische tijdrekening?

A

In het jaar 622 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor begint de Islamitische tijdrekening?

A

Doordat de profeet Mohammed uit de stad Mekka vluchtte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een ander woord voor 10 jaar?

A

Een ander woord voor 10 jaar is een decennium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een ander woord voor 100 jaar?

A

Een ander woord voor 100 jaar is een eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een ander woord voor 1000 jaar?

A

Een ander woord voor 1000 jaar is een millennium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn generaties? (begrip)

A

Generaties zijn leeftijdsgroepen. Mensen die ongeveer in dezelfde periode geboren zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn alle domeinen?

A

Politieke, economische, sociale en culturele domeinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke volgorde plaatsen we gebeurtenissen uit het verleden?

A

Op chronologische volgorde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is chronologisch/chronologie?

A

Iets op een volgorde van oud naar jong zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly