Les 3-4 Identiteit Flashcards
Identiteit
Is het geheel aan kenmerken(uiterlijk en karakter)waarvan jij vindt dat ze bij je horen wanneer je jezelf vergelijkt met anderen
Persoonlijke identiteit
Je wilt zelf nadenken en je eigen keuzes maken. Vraag; wie ben ik? Je wilt uniek zijn.
Sociale identiteit
Je maakt graag deel uit van een groep. Het komt tot stand door je sociale omvang (mensen/groepen) waarmee je omgaat
Identificatiegroepen
Groepen die je identiteit bewust of onbewust beïnvloeden
Nature
Biologisch ligt al heel wat vast hoe je zal worden( geslacht, haar kleur, ogen,..)
Nurture
Je ontwikkelt in relatie met anderen, voornamelijk met (significante anderen) het wordt gevormd door een context.
Significante andere
Personen met wie je een emotionele band hebt
Zelfbepaling
De mate waarin je zelf keuzes maakt en richting geeft aan je eigen leven bepaalt mee je gedrag en de vorming van je identiteit.
Persoonlijke ervaringen en je eigen gedachten.
Je maakt door heel je leven heel wat mee, je leert nieuwe dingen en gevoelens. Sommige van deze ervaringen doen je twijfelen aan je eigen capaciteiten, terwijl andere je zelfvertrouwen versterken.
Relatie met anderen en omgeving
Je ontmoet nieuwe mensen, sommige hebben ene grote invloed op je gedachten/gevoelens en vormen mee je identiteit, ook krijg je met allerlei verwachtingen te maken. Soms krijg je het gevoel dat je niet kan voldoen aan de verwachtingen en dat vormt je identiteit
Identiteitsontwikkeling
Levenslang proces maar bij adolescentie of jongeren fase ben je er meer mee bezig
Indentiteit fase
Experimenteer fase; Jongeren gaan meer nadenken over zichzelf, de indentiteit en het zelfbeeld die ze ontwikkeling is vaak gekoppeld aan uiterlijke kenmerken
Lichamelijke veranderingen
Adamsappel, bredere schouders/heupen, lichaamsbeharing, menstruatie
Cognitieve veranderingen
Abstract en kritisch denken, waarden en normen
Socio-emotionele veranderingen
Leeftijdsgenoten spelen een grote rol
Besef van continuïteit
Als ze opzoek gaan naar hun identiteit, experimenteren ze vaak met verschillende rollen of proberen ze in te gaan tegen de verwachtingen. Jongeren gaan op zoek naar wie ze zijn, ook al spelen ze veel rollen, (bv: bij elke vriend ben ik anders)
Besef van erkenning en herkenning
Ze willen het gevoel hebben dat anderen hen waarderen en ze willen aanvaard worden voor wie of hoe ze zijn. Als personen iets zeggen waarin ze hun niet (h)erkennen, kan dat verwarrend zijn.
Besef en aanvaarding van eigen kwaliteiten en beperkingen
Ze moeten ontdekken wat hun persoonlijke mogelijkheden en beperkingen zijn. Pas als ze deze dingen accepteren kunnen ze zich thuisvoelen in hun eigen lichaam en omgeving
Besef van zinvolle toekomst
Jongeren worden geconfronteerd met het leven als volwassen, ze gaan doelen vooropstellen die ze willen nastreven.
Lichamelijke veranderingen
Meisjes borsten, jongens baard in de keel
Cognitieve verandering
Ze twijfelen aan hun zelf, verliefdheid, worden kritisch en denken beter na
Sociaal emotioneel
Vrienden heel belangrijk, meer verantwoordelijkheid, meer conflicten met ouders
Identiteitsverwaring
Door veel veranderingen geraken er in de war, ze herkennen zichzelf niet meer (psychisch/ lichamelijk). Het brengt problemen: relatie, minder concentratie, en inzet voor school verschil in gedrag