les 3 Flashcards

1
Q

dagaccenten

A
  • in logische volgorde
  • kan doorlopen over twee dagen
  • soort verhaal rond je algemene doelen
  • zorg voor een hoogtepunt. een soort van climax in je verhaal waar alles samenkomt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

richtvragen voor invullen weekschema

A
  • wat is, rekening houdend met de algemene doelstellingen, de logische rode draad doorheen de week?
  • wat wil jij de kleuters deze week leren?
  • waar hebben deze kleuters nood aan, wat is hun intresse?
  • met welke activiteiten ga je de gekozen alegemene doelsstellingen, de streefwoorden en het componentendoel proberen te bereiken?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rekening houden met volgende dingen in je weekschema

A
  • logische opbouw
  • impressie-expressie cyclus: is er eerst een aanbod waarbij kleuters zich uitdrukken?
  • alle ervaringskansen komen evenwichtig aan bod.
  • de ontwikkelingsvelden zijn in evenwicht: er is een aanbod van alle ‘vakken’
  • de groeilijn voor het uitwerken van een componentendoel: verkennen, verdiepen, verwerken en verankeren
  • originele en uitdagende activiteiten: is het de 1e keer dat de kleuters dit doen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat als je themaloos werkt?

A
  • je vult je weekschema dag per dag in aangezien je je aanbod continu afstemt op je observaties en gesprekken met kleuters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

opbouw weekschema

A
  • vertrouwd geraken met BC
  • experimenteren
  • impressie->expressie
  • werken naar een hoogtepunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

evenwicht en afwisseling

A
  • in actie en rust, ontspannen en concentratie
  • in ontwikkelingsvelden
  • in ervaringskansen
  • in groeperingswijze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gerichte observatie

A
  • minstens 10 minuten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bij bijsturen van je weekschema bewaak je opnieuw

A
  • het impressie-expressie model
  • het evenwicht in ervaringskansen, ontwikkelingsvelden, ontwikkelingsdomeinen en groeperingswijze
  • de combineerbaarheid van hoofd- en keuzeaanbod
  • haalbaarheid van de timing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bijsturen en aanvullen

A
  • donderdag en vrijdagnamiddag laat je open voor KI, dit vul je woensdag NM in
  • je brengt wijzigingen aan vanuit observaties/praktische zaken/noden/intresses. overleg met je mentor
  • het weelschema is een werkdocument met aantekeningen van mogelijke wijzigingen en aanvullingen
  • sla de eerste voorlopige versie op voor de deadline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly