Les 2 Athena Flashcards

1
Q

welke categorieën van een causaal verband zijn er bij de onrechtmatige daad?

A
  1. CSQN
  2. Meervoudige causaliteit
  3. Alternatieve causaliteit
  4. Proportionele causaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onder welke categorieën kan de meervoudige causaliteit ingedeeld worden?

A
  1. samenwerkende oorzaken
  2. afzonderlijke oorzaken
  3. hypothetische oorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat hou de meervoudige causaliteit in?

A

schade heeft twee of meer oorzaken, waarvan voor sommige het CSQN verband ontbreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt alternatieve causaliteit in en hoe zit het met de aansprakelijkheid + ARTIKEL?

A

Schade kan het gevolg zijn van meerdere gebeurtenissen, maar niemand weet welke. Beide oorzaken zijn alleen genoeg om schade te doen intreden. Beide hoofdelijk aansprakelijk art. 6:102 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt proportionele causaliteit in en benoem bijbehorend arrest

A

schade kan het gevolg zijn van meerdere gebeurtenissen, waarvan een eigen schuld.
HR Nefalit/Karamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk arrest hoort bij samenwerkende oorzaken die onder de meervoudige causaliteit valt?

A

HR Nugteren/Meskes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zit het met de aansprakelijkheid bij samenwerkende oorzaken en benoem het juiste artikel

A

Beide personen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de geleden schade art. 6:102

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de samenwerkende oorzaken in?

A

Er zijn twee of meer oorzaken die schade teweegbrengen, waarbij beide afzonderlijk niet genoeg zijn. Beide oorzaken zijn noodzakelijk voor intreden van schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt hypothetische oorzaken in

A

Een bepaalde handeling heeft schade veroorzaakt, terwijl vaststaat wanneer men de handeling wegdenkt dezelfde schade zou zijn ontstaan als gevolg van een eerdere handeling van een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tussen welke soorten schade kan onderscheid gemaakt worden bij hypothetische oorzaken en hoe zit het met de aansprakelijkheid?

A

momentschade (alleen eerste persoon hoofdelijk aansprakelijk) en voortdurende schade ( beide personen aansprakelijk, tenzij voor rekening van slachtoffer zelf komt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk arrest hoort bij de alternatieve causaliteit en benoem bijbehorend artikel

A

HR DES/Dochters art. 6:99

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk arrest hoort bij verlies van kans

A

HR Deloitte/Hassink

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen verlies van kans en proportionele aansprakelijkheid

A

Bij kans schade is de grote van schade onzeker, maar staat he csqn vast en bij proportionele aansprakelijkheid net andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen proportionele aansprakelijkheid en alternatieve causaliteit

A

Bij alternatieve causaliteit gaat het om gedraging van een derde en bij proportionele aansprakelijkheid om eigen schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer kan aansprakelijkheid worden gevestigd?

A

wanneer aan de eisen van 6:162 of 6:166 BW is voldaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het uitgangspunt in de omvangsfase van aansprakelijkheid?

A

Alle schade die het slachtoffer leid als gevolg van de gebeurtenis, dient te worden vergoed

17
Q

Op welke 5 manieren kan de omvangsfase worden aangetast en welke artikelen horen hierbij

A
  1. causaliteit, leer van redelijke toerekening (6:98)
  2. voordeel toerekening (6:100)
  3. eigen schuld (6:101)
  4. matiging door rechter (6:109 bw)
  5. Limitering door wetgever (6:110 bw)
18
Q

De leer van redelijke toerekening is een beetje wazig, want wat is redelijk? Hoe kan dit verder worden ingevuld?

A

Aan de hand van de deelregels van Brunner/ hartlief en artikel 6:98 bw zelf

19
Q

Welke onderdelen bevat het beslisschema van Hartlief?

A
  1. is het gevolg normaal, typisch of in de lijn der verwachtingen, dan vind toerekening plaats.
  2. is het gevolg abnormaal of uit de lijn der verwachtingen, dan vraagt toerekening om een nadere rechtvaardiging
  3. deze nadere rechtvaardiging kan gevonden worden in de aard van aansprakelijkheid, de aard van schade, een hoge mate van schuld of een combinatie van factoren
20
Q

Welk arrest hoort bij de volgende stelling: onwetendheid over plaatselijke omstandigheden die de schade vergroten, staan niet aan toerekening in de weg

A

HR waterwingebied

21
Q

Welk arrest regelt dat ook indien het letsel niet binnen de lijn der verwachtingen ligt, dit alsnog een gevolg is van letsel schade van de onrechtmatige daad

A

HR Renteneurose

22
Q

Bij welk arrest hoort de volgende stelling: bij een schending van veiligheidsnormen is ruimte voor een ruimere toerekening, ook indien de ontstane schade dit niet binnen de lijn der verwachtingen ligt

A

HR de Heel/Korver

23
Q

Wat is de omvangsfase?

A

de grote van aansprakelijkheid

24
Q

Wat houd de voordeeltoereking in en in welk artikel staat dit

A

wanneer door er door een schadeveroorzakende gebeurtenis ook voordeel onstaat, kan dit in vermindering worden gebracht bij de schadervergoeding art. 6:100 BW

25
Q

Wat houdt de uitzondering ‘ eigen schuld’ in en welke twee stappen dienen afgelopen te worden?

A

Wanneer de schade aan zowel de schuldenaar als aan eigen schuld te wijten is, hoeft slechts een gedeelde van de schade vergoed te worden. Stap 1: de causale verdeling bijv. 50/50
stap 2: billijkheidscorrectie

26
Q

Is de matiging ex art. 6:109 BW een discretionaire bevoegdheid van de rechter of een plicht?

A

plicht

27
Q

welke gronden zijn er voor aansprakelijkheid

A

aansprakelijkheid voor eigen gedraging of kwalitatieve aansprakelijkheid

28
Q

wat is het verschil tussen schuld en risico aansprakelijkheid

A

bij schuldaansprakelijheid is schuld in de zin van verwijtbaarheid vereist en bij risicoaansprakelijkheid speelt schuld geen rol

29
Q

Welke vereisten zijn er voor vestiging aansprakelijkheid tgv art. 185 WVW

A
  1. een motorrrijtuig
  2. waarmee op de weg wordt gereden
  3. betrokken bij verkeersongeval
  4. schade aan, niet door dat motorrijtuig vervoerde ongemotoriseerde personen of zaken
  5. causaal verband tussen schade en ongeval
  6. aangesproken persoon is eigenaar of houder
  7. er is geen sprake van overmacht
30
Q

Welke twee veel gebruikte verweren zijn er bij vestiging en omvang aansprakelijkheid art 185 wvw

A

overmacht (vestiging)
eigenschuld (omvang)

31
Q

welk arrest is van belang bij het verweer ‘overmacht’ bij vestiging van aansprakelijkheid tgv art 185 wvw en wat is de maatstaf van overmacht

A

HR Meppelse ree
men mag RECHTENS geen enkel verwijt gemaakt worden

32
Q

Is art 185 wvw een schuld of risico aansprakelijkheid? leg uit

A

Schuld door het overmachtsvewreer, maar omdat het zo streng is neigt het in de praktijk naar risico aansprakelijkheid

33
Q

In welke fases wordt het eigenschuld verweer bij verkeersaansprakelijkheid beoordeeld? leg uit

A

in twee fases: de causale verdeling en de billijkheidscorrectie. De causale verdeling vindt plaats naar objectieve maatstaven en de billijkheidscorrectie is een gestandaardiseerde regeling en vind naar subjectieve maatstaven plaats

34
Q

Wat houdt de gestandaardiseerde billijkheidscorrectie bij eigenschuld art. 6:101 BW verweer bij verkeersongevallen in? Benoem ook arresten

A

slachtoffer jonger dan 14 jaar? 100% regeling HR Ingrid Kolkman en HR Lars Rurode
slachtoffer ouder dan 14? MINSTENS 50% HR IZA/Vrerink

35
Q

Wat veranderd er aan de gestandaardiseerde billijkheidscorrectie bij eigenschuld verweer bij verkeersongevallenindien indien bewuste roekeloosheid komt kijken

A

deze vervalt. er wordt nog wel gebruikt gemaakt van de causale verdeling

36
Q

uit welk arrest blijkt het volgende: Verzekeraars die regres nemen kunnen subjectieve omstandigheden aandragen voor billijkheidscorrectie (zieligheid) maar er is geen toepassing voor standaard 50-100 % regeling

A

HR Terminus/ZAO

37
Q

Wat houdt de reflex werking in en benoem de juiste artikelen

A

Indien de OD (6:162 bw) van toepassing is omdat een ongemotoriseerde schade aan een gemotoriseerde toebrengt, heeft art 185 wvw reflexwerking. Als er geen sprake is van overmacht, blijft de schade in beginsel voor de gemotoriseerde HR Saskia Mulder. De 50/100% regeling hebben geen reflexwerking HR chan/Maalste