les 2 Flashcards

1
Q

hoe maak je een keuze; 2 modellen

A
  • consequentialisme

- principlisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 2 aspecten vallen onder het consequentialisme

A
  • utilitarisme

- contracttheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 2 aspecten vallen onder principlisme

A
  • deugethiek

- deontologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat wilt consequentialisme zeggen?

A

in functie van het resultaat –> gevolgen staan centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat wilt utilitarisme zeggen?

A

om te kunnen beslissen moet je eerst de gevolgen in kaart brengen (kosten-baten analyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

definitie calculus

A

berekenen welke optie het meeste nut opbrengt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zwaktes utilitatrisme (3)

A
  • veel dingen kan je niet berekenen
  • er is weinig oog voor lange termijn effecten
  • er wordt geen rekening gehouden met intenties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zegt contracttheorie?

A

realisatie van maximale rechtvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zegt principlisme?

A

infunctie van intentie/bedoeling –> als je met dit model redeneert heb je lak aan de gevolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat wilt deontologie zeggen?

A

handelen in overeenkomstig morele plichten (deontologische code)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

methode deontologie

A

het principe bepaalt welke optie gekozen moet worden, ongeacht de gevolgen van de keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zwaktes deontologie (3)

A
  • principes kunnen botsen
  • principes zijn vaak moeilijk te interpreteren
  • het is niet altijd duidelijk hoe je principes kan toepassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat wilt deugethiek zeggen?

A

het blijkt uit de praktijk wat deugdelijk is of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4 principes van biomedische ethiek

A
  • autonomie
  • weldoen
  • niet kwaaddoen/schaden
  • rechtsvaardigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat wilt autonomie zeggen?(2)

A
  • zelf beschikking + keuze vrijheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

niet kwaaddoen 2 principes

A
  • proportionaliteit

- subsidiariteit