Les 2 (23/09/20) Flashcards
1
Q
(de) moeite
A
l’effort
moeite doen
2
Q
(de) verwachting
A
l’aattente
zich verwachten aan iets
3
Q
(het) verlangen
A
le désir
4
Q
(de) goesting
A
l’appetit
5
Q
op je gemak zijn
A
etre à l’aise
6
Q
behoefte hebben aan iets
A
avoir besoin de qlq chose
7
Q
aan vakantie toe zijn
A
besoin de vacances
8
Q
(n) iets aan het hoofd hebben
A
ok
9
Q
waanzin
A
folie, demence
10
Q
actherstallige
A
en retard