les 18 Flashcards
celcommunicatie:
4 mechanismen
direct celcontact
synaptisch contact: mbv neurotransmitters
endocriene signalering
paracriene signalering
endocriene signalering
mbv hormonen
bestemming kan ver van bron zijn, receptoren voor hormoon om te reageren
endocrien stelsel: alle organen en weefsels die hormonen produceren
paracriene signalering
mbv paracriene regulatoren
niet getransporteerd door bloed
dichtbij elkaar (vb. 1 orgaan)
in meeste organen:
- groeifactoren: proteïne die groei en celdeling stimuleren
- cytokines: regulatie van celdeling en celdifferentiatie in immuunsysteem
paracriene regulatoren
- prostaglandines: vetzuurderivaten, reguleren contractie van gladde spieren, longfunctie, geboorte,synthese geïnhibeerd door aspirine en ibuprofen
- NO dilateert slagaders
- endotheline stimuleert vasoconstrictie
- bradykinine stimuleert vasodilatatie
feromonen
stoffen die vrijgezet worden in omgeving om te communiceren met andere organismen
vb. geurstoffen
zenuwstelsel en endocrien stelsel zijn verworven
neuronen secreteren neurohormonen in het bloed (stressrespons) vb. dopamine
bepaalde neurotransmitters ook als hormoon:
vb. adrenaline, noradrenaline
2 soorten klieren
endocrien: secreteren hormonen in extracellulaire vloeistof, verder getransporteerd door bloed
exocriene: secreteren chemische stoffen via kanaal in buitenwereld
hormonen
regulatorische info overbrengen
3 grote klassen hormonen
peptiden en proteïnen: keten van az
aminozuurderivaten: afgeleid van az (geen eiwit)
steroïden: afgeleid van cholesterol
hormonen zijn:
lipofiel (apolair): vetoplosbaar
- steroïdhormonen, schildklierhormonen
- binden aan intracellulaire receptoren
hydrofiel (polair): wateroplosbaar
- alle andere hormonen
- binden aan extracellulaire receptoren
- binden op celopp. want kunnen niet door plasmamembraan
lipofiele hormonen
in bloed gebonden aan transportproteïnen
doorheen plasmamembraan diffunderen
hormoon-receptor complex bindt vervolgens dna thv hormoon respons element (reguleert gen expressie in doelwitcel)
hydrofiele hormonen
niet door celmembraan (te groot of te polair)
binden op receptoren op celmembraan
2 klassen transmembranaire receptoren
- receptor tyrosinekinasen (RTK’s)
- receptor soms zelf kinase (vb. insuline) - G proteïne gekoppelde receptoren (GPCR’s)
- bij activatie wordt enzyme geactiveerd dat productie van secondary messengers zal stimuleren of inhiberen
GPCR’s
- respons hangt af van het type G proteïne
- sommige inhiberen en sommige stimuleren - hetzelfde hormoon kan verschillende reacties uitlokken in verschillende cellen
hypothalamus en hypofyse
endocriene regulatiecentra thv hersenen
hypothalamus deel van CZS
hypofyse
adenohypofyse (voorste): kliervormig
neurohypofyse (achterste): vezelig doordat axonen bevat die vertrekken uit hypothalamus
produceren verschillende hormonen