Les 10 (6/6) Flashcards

1
Q

Geen significante verschillen tussen holebi en hetero-ouders voor…

A

kwaliteit van de ouder-kindrelatie
cognitieve ontwikkeling
gender identiteit
seksuele oriëntatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gender identiteit

A

het gevoel of de overtuiging van een individu mannelijk of vrouwelijk te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Seksuele oriëntatie

A

sekse/gender van een persoon waartoe men zich seksueel of romantisch toe aangetrokken voelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Significante verschillen tussen holebi en hetero-ouders voor…

A
  • genderrol gedrag (meer bij kinderen van = gender ouders)
  • psychosociale aanpassing (beter bij kinderen = gender ouders)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Genderrol gedrag

A

de mate waarin individuen cultureel aanvaarde mannelijke en vrouwelijke gedragingen aanhangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Resultaten uit een vergelijkend onderzoek tussen lesbische en heterogezinnen?

A
  • Er is geen meer problemen naargelang het gezinstype.
  • Bij de lesbische als heteroseksuele ouders scoren jongens hoger op externaliserend gedrag.
  • Je ziet dat er meer verschillen zijn tussen de sociale moeder en de heteroseksuele vader, minder dan bij de biologische moeder.
  • Lesbische ouders verlangen meer achter een kind
  • de sociale moeder doet meer dan de vaders wat betreft zorgtaken
  • De lesbische moeders zijn meer betrokken, autoritair dan vaders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Naar wat verwijst conformiteit

A

naar traditionele waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke verklaringen kunnen we trekken uit vergelijkend onderzoek met lesbische ouders?

A
  • Het is zeker niet zo dat jongens meer problemen zou hebben binnen een lesbisch gezin. Er mist dus geen ‘mannelijke’ rolfiguur op vlak van gedrag
  • onderzoek toont aan dat er geen reden zou zijn dat het minder goed gaat bij lesbische koppels.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Resultaten uit een vergelijkend onderzoek tussen homoseksuele en heterovaders?

A
  • Homoseksuele vader voelen zich wat meer incompetent dan heteroseksuele vaders.
  • Ook meer druk op hun schouders vanuit de maatschappij.
  • Moeten meer verantwoorden voor hun ouderschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Resultaten uit een vergelijkend onderzoek tussen homoseksuele en lesbische ouders?

A
  • Geen verschillen tussen de twee groepen van ouders voor kwaliteit opvoeding en ouder-kindrelatie,
  • Geen verschillen voor internaliserend en externaliserend gedrag bij kind
  • Internaliserend en externaliserend gedrag binnen de normale range, bevestigd door zowel ouders als leerkrachten
  • Homoseksuele vaders rapporteren sign. meer stigmatisering
  • Stigmatisering is voorspeller van meer probleemgedrag, naast een negatieve opvoeding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Planned gay fathers

A

vader worden na outing seksuele geaardheid en homoseksuele relatie hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kinship arrangement

A

spermadonatie aan lesbisch koppel, en het ouderschap delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Resultaten naar de beleving van kinderen bij lesbische ouders?

A
  • Wat kinderen vertellen: er is geen vader, ik heb twee mama’s ➔ Selectieve disclosure
  • Reactie van peers: verwondering, ongeloof, maar ook neutrale en positieve reacties
  • Kinderen verbergen levensstijl van moeder niet, maar vermijden term ‘lesbisch’
  • Daar hangt een negatieve connotatie aan
  • Geen verschillen tussen groepen op vlak van zelfbeeld of probleemgedrag
  • 50% (n=39) rapporteerde negatieve reacties, vooral van leeftijdsgenoten op school
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorbeelden van adaptieve coping

A

optimisme, confrontatie, goede vrienden kiezen, sociale steun zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voorbeelden van maladaptieve coping

A

Depressieve gedachten, vermijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Protectieve factoren bij homofobische stigmatisering

A
  • Lesbian Gay Bisexual & Transgender (LGBT(QIA+)) curriculum op school
  • Lesbische moeder ziet zichzelf als lid van een lesbische gemeenschap
  • Kinderen hebben mogelijkheid om kinderen in gelijkaardige gezinssituaties te ontmoeten