Les 1 - Het huis Flashcards
1
Q
het hek
A
fence
2
Q
de hut
A
shed/casinha
3
Q
het dak
A
roof
4
Q
het slot
A
key lock
5
Q
A
6
Q
de sleutel
A
key
7
Q
de brievenbus
A
mailbox
8
Q
de ingang
A
entrada
9
Q
de uitgang
A
saída
10
Q
de drempel
A
door step
11
Q
het raam
A
window
12
Q
de gang
A
hallway
13
Q
de hal
A
hall
14
Q
de mat
A
tapete de entrada
15
Q
de kapstok
A
coat hanger
16
Q
de vaas
A
vaso
17
Q
de bank
A
sofa
18
Q
de verwarming
A
heating
19
Q
de kraan
A
tap
20
Q
het aanrecht
A
counter top
21
Q
de trap
A
stairs
22
Q
de verdieping
A
floor
23
Q
de douche
A
shower
23
Q
de handdoek
A
toalha de mão
24
het gebouw
building
25
de spiegel
mirror
26
het gordijn
cortina
27
het kussen
pillow
28
de deken
blanket
29
het dekbed
edredon
30
het dekbedovertrek
capa de edredon
31
de la
gaveta
32
de studeerkamer
study room
33
de zolder
attic
34
de kelder
basement
35
de wand
wall
36
het plafond
ceiling
37
het huishouden
housekeeping
38
de huisvrouw
house wife
39
het stof
dust
40
de stofzuiger
dust sucker/vacuum
41
de emmer
bucket
42
bouwen
to build
43
maken
to make
44
gebruiken
to use
45
wassen
to wash
46
schoonmaken
to clean
47
aanbellen
to ring the doorbell
48
wonen
to live
49
slapen
to sleep
50
groot
big
51
klein
small
52
lang
long
53
kort
short
54
hoog
high
55
laag
low
56
beneden
down
57
boven
above
58
vuil
dirty "vãul"
59
handig
handy
60
eenvoudig
simple/easy
61
comfortabel
comfortable
62
gezelllig
cosy
63
misshchien
maybe
64
advertentie
ad
65
ruimte
space/room
66
gerookt
smoked
67
vrijstaand huis
detached house
68
Voorzieningen
facilities
69
toegestaan
allowed
70
toegankelijk
accessible
71
rolstoelen
wheel chair
72
open haard
fire place
73
geschikt
suitable
74
lawaai
noise
75
hoofdgebouw
main building
76
begane grond
ground floor
77
gebouwen
buildings
78
vloeroppervlakte (vloer-opper-vlakte)
floor area
79
waarvan
of which
80
ondergrondse
underground
81
oppervlakte
surface
82
horlogemaker (or-lo-je-maker)
watchmaker
83
smalste
narrowest
84
driehoekig
triângulo
85
vroeger
in the past
86
vroeg
early
87
vierkant
square
88
rechthoek
rectangle
89
rondje
circle
90
koophuis
own huis
91
rijtjeshuizen
casas atachadas
92
zeker
certainly/sure
93
verhuizen
to move
94
hetzelfde
itself
95
ver
far
96
hiervandaan
from here
(Twintig kilometer hiervandaan)
97
toch wel
still
98
verder heel gewoon
otherwise very normal
99
inderdaad
indeed
100
eruit zijn
look like
101
bejaardenhuis
retirement home
102
bezig
busy
103
rootzooi
mess
104
opruimen
more room
106
