Les 1: afwijkende tanden Flashcards

1
Q

Wanneer de tanden doorbreken kan het kind last krijgen van verschillende symptomen, welke? (6)

A
  • Koorts
  • Huilen
  • Kwijlen
  • Uitslag
  • Diarree
  • Loopneus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Er is zijn grote variaties in doorbraaktijden bij de tanden. Juist/fout en zo ja voornamelijk bij Melk- of definitief gebit?

A

Juist, voornamelijk bij het definitief gebit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Er is een groot verschil in doorbraaktijden van het melkgebit tussen de meisjes en jongens. juist/fout

A

Fout, er is nauwelijks verschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Er is een verschil in doorbraaktijden van het definitief gebit tussen de meisjes en jongens. juist/fout

A

Juist. de jongens lopen 2,5-14 maanden voor op meisjes tussen 6-12j. nadien loopt het gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor kunnen symptomen ontstaan tijdens het doorbreken van de tanden

A
  • eiwit van het gedegradeerde glazuurorgaan zouden als antigenen een auto- immuunreactie kunnen opwekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe noemen we de versnelde doorbraak van het melkgebit?

A

dentitio praecox

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

met welke syndromen en ziekten hangt dentitio praecox samen? (7)

A
  • trisomie 21
  • lipspleten
  • papillon- Lefèvre
  • lymfocytenleukemie
  • hyperthyreoidie
  • sturge- weber
  • infectieziekten met koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een baby wordt geboren met 2 incisieven, hoe noemen we dit?

A

connatale elementen: Elementen zijn al aanwezig bij de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer spreken we van neonatale elementen?

A

Wanneer er binnen 1 maand na de geboorte gebitselementen doorbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn mogelijk oorzaken van versnelde doorbraak bij definitieve elementen? (8)

A
  • Pubertas praecox
  • Diabetes
  • Hyperthyreoidie
  • Leukemie
  • Neutropenie
  • Faciale hemihypertrofie
  • Tumoren
  • Sommige syndromen (Hallerman-Streif & Ellis Creveld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat als een melkmolaar geëxtraheerd wordt <2 jaar voor normale wisseling?

A
  • PM breekt vroeger door
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat als een melkmolaar geëxtraheerd wordt ≥ 2 jaar voor normale wisseling?

A
  • PM breekt later door
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Als een melkmolaar geëxtraheerd wordt ≥ 2 jaar voor de normale wisseling breekt de PM later door, tenzij?

A

Tenzij er door een abces veel parodontaal weefsel verloren gaat: dan vervroegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mogelijke oorzaken van vertraagde doorbraak bij melkelementen? (7)

A
  • Rubella
  • gingivale hyperplasie
  • Endocriene stoornissen
  • Voedingsstoornissen
  • Erfelijkheid
  • Cerebral palsy
  • Bepaalde syndromen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gingivale hyperplasie kan ontstaan door? (3)

A
  • hormonale en erfelijke factoren
  • vitamine C deficiëntie
  • bepaalde medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mogelijke oorzaken van vertraagde doorbraak bij definitieve elementen? (7)

A
  • Endocriene stoornissen
  • Cleidocraniale dysplasie
  • Cystische fibrose
  • Nierfalen
  • Hemifaciale atrofie
  • Fluorose
  • Radiotherapie
  • Dentinedysplasie
  • Sommige vormen van amelogenesis imperfecta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Mogelijke lokale oorzaken van vertraagde doorbraak bij definitieve elementen? (12)

A
  • Abnormale wortelkromming
  • Fusie & concrescentie
  • Hyperodontie
  • Odontomen
  • Macrodontie
  • Ectopische ligging
  • Regionale odontodysplasie
  • Segmentale odontomaxillaire dysplasie
  • Syndromen
  • Idiopatisch
  • Fors vroegtijdig verlies v/d melkvoorgangers
  • Trauma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat betekent retentie?

A

Dit is het tot stilstand komen van de eruptie en het achterwege blijven van de doorbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekent impactie?

A

Retentie door verkeerde kiemligging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Er kan retentie ontstaan door ruimtegebrek, welke gebitselementen hebben hier meestal last van?

A
  • 13 en 23
  • 35 en 45
  • 18, 28, 38, 48
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Komt retentie door ruimtegebrek vaak voor?

A

nee, dit is zeer zelden in het melkgebit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke elementen hebben retentie door, dankzij lokale factoren?

A

11 en 21

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn enkele oorzaken van retentie, dankzij lokale factoren?

A
  • hyperodonte elementen
  • odontomen
  • Trauma
  • Dilaceratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Er zijn 2 oorzaken van multiple retenties, namelijk?

A
  • genetische oorzaken

- systemische oorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Geef een andere naam voor dentitio difficilis?

A

eruptio difficilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat betekent dentitio difficilis

A

wanneer de kroon deels doorbreekt maar doorbraak nadien langdurig tot stilstand komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat voor een retentie is infraocclusie?

A

secundaire retentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is infraocclusie?

A

Toestand van een gebitselement, waarbij de tand onder het normale occlusievlak ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Geef mogelijke oorzaken van infra occlusie?

A
  • Ankylose: afwezigheid van het PDL, vergroeiing tussen bot en wortel door verstoring van het PDL, idiopatisch (trauma, infectie, degeneratie)
  • tekort schieten van het eruptieve mechanisme (erfelijk?)
30
Q

Hoe noemen we kleine afwijkingen in de doorbraakplaats?

A
  • Dystopie
31
Q

Hoe noemen we grote afwijkingen in de doorbraakplaats?

A
  • heterotopie
32
Q

Geef de twee namen voor afwijkingen in de doorbraakplaats (klein en groot) + kan men deze orthodontisch behandelen?

A
  • Dystopie kan men eenvoudig orthodontisch behandelen, heterotopie niet
33
Q

Wat is dystopie?

A
  • kleine afwijking in de doorbraakplaats
  • Is de rotatie van 1 element
  • ectosteme posities
34
Q

Wat is een ectosteme positie?

A
  • de hoektand is hierbij buiten de tandenboog gepositioneerd
35
Q

Wat is heterotopie?

A
  • een extreme verplaatsing van een element (bv. in de neus)
36
Q

-buiten een extreme verplaatsing van een element, wat valt nog onder heterotopie?

A
  • translocatie, transpositie –> is met elkaar van plaats gewisselde elementen
37
Q

Wat is hypodontie?

A
  • Te weinig tanden ( <20 melktanden of <32 definitieve elementen)
38
Q

de afwijking wordt enkel hypodontie genoemd als het een gevolg is van agenesie?

A
  • juist! het tekort van elementen komt doordat ze niet aangelegd zijn of niet tot ontwikkeling komen van tandkiemen
39
Q

Wat is solitaire agenesie?

A

het ontbreken van 1 tand

40
Q

geen een andere naam voor oligodontie

A

partiële anodontie

41
Q

Wanneer spreken we van oligodontie?

A

vanaf 6 tanden

42
Q

stel dat je 6 tanden mist, waaronder de 3de molaren. waarvan spreken we dan?

A

hypodontie, want oligodontie is het missen van 6 tanden (uitgezonderd de 3de molaren)

43
Q

Anodontie is?

A

de afwezigheid van alle tanden

44
Q

Wie heeft een grotere kans op solitaire agenesie?

A

vrouwen

45
Q

Welke congenitale aandoening is het meest frequent?

A

solitaire agenesie

46
Q

Symmetrische agenesie of contra lateraal element vertoont vaak afwijkende…

A

afwijkende afmetingen

47
Q

Geef oorzaken van solitaire agenesie? (4)

A
  • erfelijkheid
  • radiotherapie op jonge leeftijd
  • omgevingsfactoren (infectieziekten)
  • endocriene stoornissen
48
Q

oorzaak van oligodontie?

A

dit is meestal erfelijk (zeer zeldzaam)

49
Q

hoe zien de overige tanden eruit bij oligodontie?

A
  • tanden die aanwezig zijn, zijn vaak smaller
50
Q

Hoe zien de tanden uit bij ernstige oligodontie?

A
  • vaak kegelvormig
51
Q

oligodontie is vaak in combinatie met?

A

met een syndroom zoals ectodermale dysplasie, down- syndroom, kaak, lip en verhemeltespleten

52
Q

hoe noemen we oligodontie zonder combinatie met een syndroom?

A
  • solitaire oligodontie
53
Q

Anodontie zien we voornamelijk bij?

A
  • is zeer zeldzaam

- zien we meestal bij mensen met een lethaal syndroom

54
Q

Wat is hyperodontie?

A

te veel elementen dus meer dan 20 of 32

55
Q

Waar komt hyperodontie het meeste voor in de mond? ( in het algemeen)

A

3/4 in de bovenfront

56
Q

is hyperodontie rasgebonden?

A

ja

57
Q

wie krijgt meer te maken met hyperodontie, mannen of vrouwen?

A

mannen

58
Q

hoe zien de extra elementen bij hyperodontie eruit?

A

vaak kegelvormig

59
Q

Op welke plaats vindt je vaak een extra element (hyperodontie)?

A
  • Mesiodens: tussen centrale bovenincisieven ( ligt vaak ondersteboven)
  • distomolaar: een 4de onderontwikkelde molaar
60
Q

wat is een paromolaar?

A
  • is een onderontwikkelde extra molaar, kan zelfstandig voorkomen of als extra knobbel en/ of wortel aan molaren
61
Q

con/ neonatale tanden behoren meestal tot?

A
  • tot de reguliere melkdentitie
62
Q

Bij 10% van de con/neonatale tanden is een … element

A
  • surnumerair element
63
Q

oorzaak van hyperodontie?

A
  • Herverschijning van een element dat eerder in de evolutie wél aanwezig was
  • Genmutatie
  • Epitheliale resten
  • Splitsing van een tandkiem
64
Q

Gevolgen van hyperodontie?

A
  • Verstoring van de doorbraak
  • Verkeerde tandstand buurelementen
  • Als element niet of naast tandenrij doorbreekt:
    • Folliculaire cyste
    • Resorptie
    • Neuralgische pijn
    • Diastemen
65
Q

fusie en schizodontie is?

A

door versmelting van glazuur en/ of dentine kan een breed element ontstaan met enkelvoudige of dubbelvoudige pulpaholte

66
Q

3 soorten samensmeltingen

A
  • volledige fusie
  • 2 kronen op 1 wortel
  • 1 wortel en 2 kronen
67
Q

schizodontie of geminatie is?

A
  • een onvolledige splitsing van de tandkiem
68
Q

Wat is twinning?

A

volledige kiemsplitsing (bv. boventallig element)

69
Q

oorzaken van fusie of schizodontie?

A
  • trauma
  • Ruimtegebrek
  • omgevingsfactoren (hypervitaminose A)
  • erfelijkheid
70
Q

is fusie hetzelfde als concrescentie?

A

nee, bij concrescentie zitten 2 (soms 3) elementen aan elkaar vast via (gedeeltelijk) gezamenlijk wortelcement