Leerstof H4 Flashcards

0
Q

De afstand tussen de moleculen in een vaste stof en een vloeistof is klein ten opzichte van die in een gas. Waardoor wordt dit veroorzaakt?

A

Doordat de moleculen elkaar aantrekken in een vaste stof of vloeistof. Dit heet de van der waals kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Hoeveel keer is de massa van dm3 vaste stof of vloeistof groter dan die van Dm3 gas

A

De massa van een dm3 vaste of vloeistof is duizend keer zo groot als de massa van een dm3 gas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer wordt de vanderwaals kracht verbroken

A

Als een stof verdampt of sublimenteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar hangt de sterkte van de vanderwaals binding vanaf

A

Van de massa van de moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er met de vanderwaals binding bij oplossen

A

Als een stof oplost wordt de vanderwaals binding verbroken en ontstaan er nieuwe bindingen tussen de moleculen van de opgeloste stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn waterstofbruggen

A

Bindingen die ontstaan tussen moleculen waarin oh of nh groepen in aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer lossen stoffen met een waterstofbinding op in water

A

Als er in de moleculen geen lange staart van c en h atomen voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat geeft de oplosbaarheid van een stof aan

A

De oplosbaarheid van een stof geeft aan hoeveel gram van die stof maximaal kan oplossen in 100 gram water van een bepaalde temperatuur. De oplossing is dan verzadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer wordt de oplosbaarheid van een vaste stof groter

A

Als de temperatuur stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Als de temperatuur stijgt wordt de oplosbaarheid van een gas …….

A

Kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij een emulsie

A

Zweven er druppeltjes van de ene vloeistof in een andere vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een suspensie is

A

Een mengsel van een vaste stof en een vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schuim is

A

Een mengsel van een gas en een vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nevel is

A

Een mengsel van een gas en een vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rook is

A

Een mengsel van een vaste stof en een gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Jood is

A

Een hydrofobe stof die niet goed oplost in water maar wel in wasbenzine

16
Q

Op het moment dat er …… Meer Gebeurt doordat het aantal moleculen in beide lagen gelijk is is er een ……..

A

Niets, dynamisch evenwicht

17
Q

Dynamisch evenwicht heet ook wel

A

Verdelingsevenwicht

18
Q

De grenswaarde of mac waarde van een stof geeft aan

A

Hoeveel mg van deze stof maximaal aanwezig mag zijn in 1,0 m3 lucht

19
Q

De adi waarde (aanvaardbare dagelijkse inname) geeft aan

A

Hoeveel mg van die stof je maximaal per dag en per kg lichaamsgewicht binnen mag krijgen

20
Q

Ld50 (letale dosis) is de

A

Hoeveelheid van een giftige stof in microgram per kg lichaamsgewicht die binnen een bepaalde tijd de dood veroorzaakt van de helft van de proefdieren

21
Q

Een emulsie is

A

Een troebel mengsel dat na enige tijd weer ontmengt. Het ontstaat uit twee vloeistoffen die slecht met elkaar mengen

22
Q

Bij een suspensie

A

Zweven kleine deeltjes van een vaste stof in een vloeistof

23
Q

Bij schuim

A

Zweven belletjes van het gas in de vloeistof

24
Q

Bij nevel

A

Zweven kleine druppels vloeistof in een gas

25
Q

Bij rook

A

Zweven kleine deeltjes van een vaste stof in een gas