le verbe on -re Flashcards
1
Q
verkopen
A
vendre
2
Q
teruggeven
A
rendre
3
Q
antwoorden
A
répondre
4
Q
wachten
A
attendre
5
Q
naar beneden gaan, afstappen (van)
A
descendre (de)
6
Q
verliezen
A
perdre
7
Q
horen
A
entendre
8
Q
iemand bezoeken
A
rendre visite à
9
Q
bijten
A
mordre