LE NOUVEAY MOTS Flashcards
Een kap (om olie niveau te controleren)
un capot
een kruispunt
un carrefour
een veiligheidsgordel
une ceinture de sécurité
een richtingsaanwijzer
un clignotant
een wegcode
le code de la route
een teller
un compteur
een bestuurder
un conducteur
een schets
un croquis
een fietser
un cycliste
een ruitenwisser
un essuie-glace
een mistlicht
un feu antibrouillard
een rood licht
un feu rouge
een rem
un frein
een handrem
un frein à main
een veiligheidshesje
un gilet de sécurité
een versnellingspook
un levier de vitesse
een verkeersbord
un panneau de signalisation
een voorruit
un pare-brise
een bumper
un pre-chocs
een zonneklep
un pare-soleil
een zebrapad
un passage piétons
een rijbewijs
un permis de conduire
een licht
un phare
een achteruitrijlicht
un phare de recul
een voetganger
un piéton
een fietspad
une piste cyclable
een parkeerplaats
une place de stationnement
een band
un pneu
een portier
une portière
een uitlaat
un pot d’échappement
een rondpunt
un rond-point
een straat met verboden richting
une rue à sens interdit
een eenrichtingsstraat
une rue àsens unique
een stoel
un siège
een dashboard
un tableau de bord
een gevarendriehoek
un triangle de signalisation
een verbandkist
une trousse de premiers secours
een stuur
un volant
PARKEREN
se garer
doorgang verlenen
céder le passage
voorrang geven
donner la priorité
een batterij
une batterie
een krik (om vb een auto op te liften)
un cric
de rook
la fumée
de olie
l’huile
een monteur
un mécanicien
een motor
un moteur
een brandstoftekort
une panne d’essence
een voorrang van rechts
une priorité de droite
een reservewiel
une roue de secours
een benzinestation
une station-service
een snelheid
une vitesse
een lek
crevé(-e)
duwen
pousser
optillen
soulever
voltanken
faire le plein
Weer vallen
retomber
inrijden op
rentrer dedans
bezwijken (sterven van)
succombé
doden
tuer
op de hoek van
au coin e
aan het einde van
au bout de
achter in
au fond de
voor/na het verkeersbord
avant/après le panneau
aan de andere kant van
de l’autre côté de
tegenover
en face de/face à
ernstig
grièvement
tot aan
jusqu’à
langs
le long de
parallel met
parallèle à
langs link/rechts
par la gauche/droite
overkop gaan
effectuer des tonneaux
botsen
entrer en collision
gewond zijn
être blessé
zich in een kritieke toestand bevinden
être dans un état critique
uitgeworpen worden
être éjecté
in fout zijn
être en tort
opgenomen worden in het ziekenhuis
être hospitalisé
vervoerd worden
être transporté
op slag dood zijn
être tué sur le coup
gewonden maken
faire des blessés
met grote snelheid een bocht nemen
négocier un virage
het leven laten
perdre la vie
de controle verliezen
perdre le contrôle
de voorrang weigeren
refuser la priorité
een lamp
une ampoule
een koetswerk
une carrosserie
een verzekeringsformulier
un certificat d’assurance
een nummerplaat
une plaque d’immatriculation
verzekerd zijn
être assuré
de voorrang van rechts weigeren
refuser la priorité de droite
DOOR HET ROOD RIJDEN
brûler un feu rouge
de controle over het voertuig verliezen
perdre le contrôle du véhicule
van je baanvak wijken
quitter la voie
een bocht missen
sortir du virage
uit de bocht gaan
sortir du virage
een overdreven snelheid
un excès de vitesse
te snel rijden
rouler trop vite
onder invloed rijden
rouler sous influence