LB S2 Flashcards

1
Q

Wat is de LB?

A

Een voorheffing op de IB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie is de belangrijkste belastingplichtige voor de LB?

A

Werknemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vormen van dienstbetrekking zijn er?

A

Een echte dienstbetrekking (art. 2)
Een fictieve dienstbetrekking (art. 3)
Een oneigenlijke dienstbetrekking (art. 34)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie voorwaarden heeft een dienstbetrekking? (niet in wetboek)

A
  1. Gezagsverhouding (werkgever moet gezag uit kunnen oefenen over werknemer)
  2. Verplichting arbeid (werknemer mag het niet uitbesteden aan een ander zonder overleg, zelf inspanning leveren)
  3. Verplichting tot betaling loon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat valt onder het loonbegrip in Wet LB?

A
Loon in geld
Loon in natura
Aanspraken
Fooien
Auto vd zaak
Aandelenoptierechten
Fictief loon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de hoofdregel van aanspraken?

A

De aanspraak is belast.
De uitkering is vrij.
Werknemersdeel is niet aftrekbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe waarderen loon in natura?

A

Waarde economisch verkeer
Factuurwaarde
Consumentenprijs
Forfait (veronderstelde waarde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is de WerkKostenRegeling WKR van toepassing?

A

Als de inhoudingsplichtige het bestanddeel aanwijst als eindheffingsbestanddeel (en dus niet als loon).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bereken je het tabelloon?

A

Brutoloon
+ aanspraken die tot het loon behoren
+ Loon in natura (niet vrijgesteld of niet via eindheffing)
- Pensioenpremie werknemer (en overigen via omkeerregel)
= tabelloon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar staat de hoofdregel?

A

Art. 10 lid 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly