Latijnse woorden in het Nederlands Flashcards

1
Q

antidepressiva

A

middelen die neerslachtigheid onderdrukken of voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

crescendo

A

toenemend, stijgend, langzaam sterker wordend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

data

A

gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

essentie

A

wezen, hoofdzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

exemplarisch

A

als voorbeeld, bij wijze van voorbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

expressief

A

veelzeggend, met een sterke uitdrukking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

focus

A

datgene waar je je op concentreert, brandpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

imago

A

beeld dat mensen van iets of iemand hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

legitiem

A

wettig, rechtmatig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

medium

A

middel om info te verspreiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oratie

A

redevoering, toespraak, eerste openbare college van een hoogleraar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

therapie

A

geneeswijze, manier om psychische en fysieke aandoeningen te genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly