Latijn Flashcards
Deus MV Dei
God MV Goden
Est
(Hij/zij/het) is
Esse
Zijn
In
In, op
Olympus/Olympo
Olympus/Olympia
habitat
(Hij/zij) woont
Habitare
Wonen
Rex MV Reges
Koning MV koningen
Deorum
Van de goden
Et
En
Sunt
(Zij) zijn
Frater MV Fraters
Broer MV Broers
Iovis
Van Jupiter
Non
Niet
Semper
Altijd
Saepe
Dikwijls
In Mari
In zee
Ibi
Daar
Hic
Hier
Huc
Hierheen
Tartarus
De Tartarus
Vivit
Leeft
Vivere
Leven
Sub
Onder
Terra
Aarde
Locus
Plaats
Obscurus
Donker
Nox MV Noctes
Nacht MV Nachten
Umbra MV Umbrae
Schim MV Schimmen
Schaduw MV Schaduwen
Veniunt
(Zij) komen
Venire
Komen
Iuno
Juno
Dea
Godin
Soror, sorores
Zuster, zusters
Uxor, uxores
Vrouw, echtgenote
Quoque
Ook
Iunonis
Van juno
Mater, matres
Moeder, moeders
Proserpinae
Van Proserpina
Pater, patres
Vader, vaders
Filia
Dochter
Insula
Eiland
Lacus
Een meer
Ubi
Waar
Albi cygni natant
Witte zwanen zwemmen
Silva
Bos
Multi
Veel
Flos, flores
Bloem
Florere
Bloeien