Latijn Flashcards
Ira, ae
Woede
Terra, ae
Aarde, grond, land
Puella, ae
Meisje
Fama, ae
1) gerucht, verhaal; 2) reputatie
Dolus, i
List
Gladius, i
Zwaard
Puer, i
Jongen, slaaf
Equus, i
Paard
Socius, i
Bondgenoot, makker
Annus, i
Jaar
Ingenium, i
Karakter, talent
Regnum ,i
Rijk, heerschappij
Templum, i
Tempel
Pars, partis ( v)
Deel, stuk, kant
Litus, litoris
Kust, strand
Coniunx, coniugis
Echtgenote, vrouw, echtgenoot, man
Parens, Parentis
Ouder ( vader/moeder)
Cupidus
Begerig naar
Plenus
Vol van/met
Pulcher
Mooi
Longus
Lang
Altus
Hoog, diep
Certus
Zeker
Parvus
Klein
Durus
Hard, moeilijk
Paro ( parare )
Gereedmaken, voorbereiden
Saluto ( salutare )
Begroeten
Constat
Het staat vast dat
Impero ( imperare )
Bevelen (aan), heersen ( over)
Respondeo ( respondere )
Antwoorden