kwestie 3: ET 13 tm 18 Flashcards
Leg uit dat dat mensen van nature al technologische wezens zijn (Clark)
Wij zijn van nature tweeslachtige wezens zijn: deels mens van vlees en bloed en deels technologie.
Neanderthalers gebruikten ook al vuur en speren. Onze relatie met techniek is er als sinds het ontstaan van de mens
Natural born cyborgs
leg uit dat dat omgang met techniek de zintuiglijke ervaring verandert (Kockelkoren);
Hij legt uit dat wij als mens onszelf moeten decentreren om kennis te kunnen nemen van de wereld en onze plek daarin. Dit decentreren maakt het volgens Kockelkoren mogelijk dat wij onze positie in de wereld te begrijpen: we kunnen vanaf die afstand reflecteren op de manier waarop ons lichaam én de technologie onze ervaring bemiddelen.
leg uit dat omgang met techniek het moreel oordeelsvermogen verandert (Verbeek)
Wij gebruiken technologie niet alleen als instrument; technologie heeft daarbij zelf ook een vorm van handelingsvermogen. Er zijn altijd mogelijkheden en gevolgen van een technologie die we bij het ontwerp en gebruik ervan niet hebben voorzien en ook niet in de hand hebben. En daarmee zal de technologie ook voor een deel onze besluitvorming en ons handelen bepalen.
leg uit dat hedendaagse techniek de menselijke identiteit verandert (De Mul)
De Mul beschrijft de transformatie van onze identiteit aan de hand van het begrip ‘humanisme’. Het humanisme beschrijft de mens als redelijk wezen met zelfbewustzijn, een eigen wil heeft en de vrijheid om zelf keuzes te maken.
Deze identiteit verandert volgens De Mul onder invloed van onze omgang met techniek. De mens heeft allerlei technieken ontwikkeld die bestaande levensvormen op diverse manieren kunnen wijzigen en nieuwe, half-technische levensvormen kunnen scheppen.
‘interface’
Schaken tussen twee systemen, bijvoorbeeld een toetsenbord:
Computer zelf - Jij als typer (=user)
een interface bemiddelt tussen mens en techniek
Een “interface” is een punt van interactie tussen twee systemen, zoals tussen een gebruiker en een computerprogramma, tussen elektronische apparaten of tussen verschillende softwarecomponenten. Het fungeert als een middel waardoor informatie wordt uitgewisseld of acties worden uitgevoerd
‘cyborg’
Clark gebruikt het beeld van de cyborg als een antropologische beschrijving van het wezen van de mens, vergelijkbaar met die van Plessner: wij worden geboren als cyborg, als een mens-technologie hybride.
‘dynamische apparaten’
Een volgend niveau van mens-technologie hybride wordt bereikt wanneer we niet alleen technologie ontwerpen om gemakkelijk en transparant te kunnen gebruiken, maar wanneer de technologie zelf leert om zich aan te passen aan ons. Clark noemt dit type techniek dynamische apparaten
leg uit waarom het brein van nature goed is in het gebruiken van de omgeving; (clark)
Het brein is van nature bekwaam in het gebruiken van de omgeving omdat het brein niet alleen intern werkt, maar ook in interactie staat met de omgeving om problemen op te lossen en taken uit te voeren. Dit idee, benadrukt door Clark, staat bekend als ‘extended mind’ of ‘uitgebreide geest’.
uitleg met tekstfragmenten 7 en 8 van Clarks argument dat nieuwe technieken makkelijk zijn te incorporeren
Niet alleen zijn wij goed in staat om ons denken uit te breiden naar onze omgeving; wij zijn er ook goed in om die omgeving vervolgens in te lijven, waardoor de technische hulpmiddelen aanvoelen als onderdeel van ons eigen lichaam. We merken daardoor niet meer op dat we hulpmiddelen gebruiken, waardoor de uitbreiding van ons denken door de techniek bijna automatisch gaat en de techniek als het ware transparant wordt.
“Na een tijdje vermindert de cognitieve inspanning
die nodig is om dat soort auto te besturen, en neemt het vermogen om snel en accuraat botsingen te
vermijden toe. De kosten hiervan worden gevoeld als de rijomstandigheden veranderen—stel dat je een
auto huurt met een zeer ongewone configuratie. Maar dan herhaalt het proces zich. Het biologisch brein
streeft er voortdurend naar te stroomlijnen, te combineren, te compileren en te automatiseren, en het
doet dit door aandacht te schenken aan herhaalde patronen van activiteit en gebruik.”
als je kan vegen kan je ook dweilen, als je een smartphone kan gebruiken kan je wss ook vrij snel een tablet gebruiken. De interfacen lijken ook op elkaar
wat betekent Kockelkorens historische benadering van de technische bemiddeling van de ervaring?
Deze benadering houdt zich bezig met het bestuderen van hoe verschillende technologieën door de tijd heen invloed hebben gehad op de manier waarop we de wereld waarnemen, ons gedragen en betekenis geven aan onze omgeving. Het gaat daarbij niet alleen om de functionaliteit van de technologieën, maar ook om hun impact op onze zintuigen, percepties en sociale structuren door de geschiedenis heen.
welke invloed op onze ervaring van de wereld heeft de trein? auto? vliegtuig? telefoon? internet enz
‘decentreren’
Hij legt uit dat wij als mens onszelf moeten decentreren om kennis te kunnen nemen van de wereld en onze plek
daarin. Dit decentreren maakt het volgens Kockelkoren mogelijk dat wij onze positie in de wereld te
begrijpen: we kunnen vanaf die afstand reflecteren op de manier waarop ons lichaam én de technologie
onze ervaring bemiddelen
Dit decentreren maakt het volgens Kockelkoren mogelijk dat wij onze positie in de wereld te begrijpen: we kunnen vanaf die afstand reflecteren op de manier waarop ons lichaam én de technologie onze ervaring bemiddelen.
‘recentreren’
Mensen moesten zich een nieuw technisch bemiddeld regime van zintuiglijkheid eigen maken. Eerst raakten zij gedecentreerd, vervolgens leerden zij zichzelf recentreren onder gelijktijdige inlijving van de trein.
Na het decentreren volgt een recentreren, waarbij je jezelf weer als middelpunt van een concrete situatie ervaart. Je keert niet precies terug naar het centrum waar je vandaan kwam: de kaart of de helikoptervlucht hebben jouw
ervaring van jezelf in de wereld getransformeerd en het kan even duren voordat je je dit nieuwe perspectief eigen hebt gemaakt. De techniek die je ervaring heeft bemiddeld moet worden ingelijfd.
uitleg met tekstfragment 9 van Kockelkorens argument dat techniek mensen een nieuwe blik geeft en de zintuigen de techniek inlijven
Als nieuwe technieken voor het eerst aan het publiek ter beschikking worden gesteld, doet zich een periode voor van decentrering, dat wil zeggen dat de gebruikers vreemd staan tegenover de techniek en de wereld die erdoor wordt ontsloten. Maar weldra worden recentrerings strategieën in stelling gebracht, waardoor de techniek in kwestie wordt gedomesticeerd. Een fraai voorbeeld van cultuur pathologie en genezing vormt de introductie van de trein in de 19e eeuw. Toen mensen voor het eerst in de trein stapten, werd er binnen de kortste keren gewag gemaakt van een heel leger aan typische trein ziektes, waarvan de railway-spine het bekendst werd.
de zintuigen de techniek inlijven
entertainment ed zorgen ervoor dat we gewend raken aan nieuwe techniek:
“Hoewel de kermis en het theater te boek staan als ontsnappingsoorden voor culturele conditionering
werken ze eerder omgekeerd: namelijk als culturele normaliseringsmachines’ bij uitstek. De geschetste
soort culturele toe-eigeningsprocessen heeft zich in de geschiedenis onafgebroken herhaald. Onlangs
waren op de kermis in mijn woonplaats aan de landsgrenzen een centrifugale zwaartekrachttrommel te
zien en een schuddende cabine die een bloedstollende duik langs een virtuele achtbaan beloofde. De
wijde verbreiding van dit soort fenomenen door alle tijden heen betekent dat de menselijke zintuiglijkheid
door en door historisch bepaald is. De zintuiglijkheid is altijd door en door technisch gemedieerd. Er is
geen onderliggend oorspronkelijk substraat. Er is slechts een voortdurend heen en weer slingeren tussen
decentrering en recentrering, met bemiddelende technieken als drijfveren. “
uitleg met tekstfragment 10 van Verbeeks argument dat techniek het moreel handelingsvermogen van de mens transformeert.
techniek forceert nieuwe ethische kwesties. Morlaiteit gaat over goed en slecht: Je gaat naar het ziekenhuis en krijgt een echoscopie en boem! opeens is jouw ongeboren kind een ‘patient’. Nu moet je een keuze maken over wat het juiste is om te doen:
” Echoscopie geeft daarmee in belangrijke mate vorm aan de manier waarop zwangerschap en het ongeboren kind beleefd worden in onze technologische cultuur. De ‘blik in de baarmoeder’ die deze technologie biedt, is verre van neutraal. Deze blik heeft namelijk als vanzelf een diagnostische component: er kan nu, tot op zekere hoogte, worden vastgesteld wat de gezondheidstoestand van het ongeboren kind is. En daarmee roept deze technologie in sommige gevallen ook ingewikkelde morele vragen op, vooral als het gaat om abortus bij aangeboren afwijkingen. Het syndroom van Down, bijvoorbeeld, kan mede dankzij echoscopie al in een vroeg stadium van de zwangerschap worden vastgesteld en is voor veel ouders reden voor een abortus. “