kwestie 2: ET 9 tm 12 Flashcards
‘oriënterende metaforen’
zijn metaforen die ons helpen uitdrukking in termen van ruimte en richting. bijv. hij voelt zich down.
onze dagelijkse taal ten eerste vol met metaforen die verraden hoe ons lichaam op de wereld is georiënteerd: de oriënterende metaforen
‘ontologische metaforen’
vb: tijd is geld, de relatie is kapot, hij is gebroken.
wij gebruiken onze ervaring van de omgang met fysieke objecten zoals ons lichaam om abstracte mentale begrippen in taal uit te drukken
‘historische contingentie’
‘historische contingentie (toevalligheid).’
vb, ‘hij staat onder druk’ Komt van de industriële revolutie en stoommachines
Zij tonen aan hoe deze metaforen zijn ontleend aan eigentijdse technische en wetenschappelijke ontwikkelingen. Het antwoord op de vraag ‘Wat is de mens?’ is dus veranderlijk.
wat is Lakoff & Johnsons argument dat taal uitdrukt hoe we met ons lichaam in de wereld staan
Taal maakt gebruikt van metaforen die onze lichamelijke ervaring en beweging weerspiegelen om abstracte concepten te begrijpen.
Onze lichamelijkheid en oriëntatie in de wereld sturen wat onze taal betekent: ‘hij voelt zich down’; ‘tien is groter dan 5’
Vroon en Draaisma: uitleg dat metaforen uit wetenschap en technologie beïnvloeden hoe we onszelf als mens ervaren
de techniek en wetenschap sturen de taal (metaforen) die uitdrukken hoe we over ons zelf denken
bijv.het brein is een computer:hij staat onder druk, hij kan de informatie niet verwerken, hij loopt vast
wat is het functionalisme
processen in de hersenen kunnen los van het
materiaal beschreven worden als functies.
Alle mentale processen worden opgevat als een
symboolmanipulatie van input tot output, die je in theorie met een mathematische set regels of
instructies (algoritme) zou kunnen beschrijven.
Via de zintuigen komt informatie binnen (input) en daar maken wij als het ware een plaatje van in ons hoofd: een mentale representatie.
Die representatie haalt aspecten uit de werkelijkheid naar voren die voor ons relevant zijn. Onze geest (mind) kan deze representatie bewerken en op basis daarvan bepaald gedrag (output) in gang zetten.
functionalistisch mensbeeld
je bent een mens als je werkt/functioneert als een mens.
Dit functionalistische beeld van ons denken inspireert de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence: AI). De computermetafoor werkt dus twee kanten op: enerzijds levert de computer beelden om onszelf te beschrijven en anderzijds inspireren deze beelden het wetenschappelijk onderzoek naar al dan niet menselijke intelligentie.
wat is het ‘cognitivisme’
Met de opkomst van computers zijn veel cognitivistisch geïnspireerde wetenschappers de computermetafoor gaan gebruiken: net als een computer bewerkt of manipuleert onze geest symbolen om te bepalen hoe we het beste kunnen handelen, hetgeen we ook wel ‘nadenken’ noemen. De symbolen die we daarbij manipuleren zijn innerlijke representaties van de werkelijkheid gebaseerd op zintuigelijke informatie.
‘connectionisme’
Het connectionisme tracht de werking van de fysieke structuren van de hersenen na te bootsen, maar betrekt de rest van het lichaam niet bij hun opvatting van het denken. Daarmee levert het connectionisme nog steeds een simulatie van de functionaliteit van de hersenen zonder nabootsing van de materiële verbondenheid met een lichaam.
connectionisme is weerlegging van Dryfus omdat het stelt dat een computer wel kan leren (= een vaardigheid)
‘symboolmanipulatie’
Alle mentale processen worden opgevat als een symboolmanipulatie van input tot output, die je in theorie met een mathematische set regels of instructies (algoritme) zou kunnen beschrijven.
Via de zintuigen komt informatie binnen (input) en daar maken wij als het ware een plaatje van in ons hoofd: een mentale representatie.
Die representatie haalt aspecten uit de werkelijkheid naar voren die voor ons relevant zijn.
Onze geest (mind) kan deze representatie bewerken en op basis daarvan bepaald gedrag (output) in gang zetten.
‘input en output’
je hebt een bepaalde input, bijv. meneer smith die een pen gooit. In je hoofd gaan er dan een aantal processen aan de gang (de blackbox) en komt er een output uit, bijv. wegduiken. je krijgt dus informatie binnen, verwerkt deze en je krijgt een ‘uitkomst’
‘mentale representatie’
Via de zintuigen komt informatie binnen (input) en daar maken wij als het ware een plaatje van in ons hoofd: een mentale representatie.
Die representatie haalt aspecten uit de werkelijkheid naar voren die voor ons relevant zijn. Onze geest (mind) kan deze representatie bewerken en op basis daarvan bepaald gedrag (output) in gang zetten.
vb: ‘niet denken aan een roze olifant’
kunstmatige intelligentie’
intelligentie die op een computer zou bestaan. Dit volgt uit het functionalistische mensbeeld.
Dit functionalistische beeld van ons denken inspireert de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence: AI).
De computermetafoor werkt dus twee kanten op: enerzijds levert de computer beelden om onszelf te beschrijven en anderzijds inspireren deze beelden het wetenschappelijk onderzoek naar al dan niet menselijke intelligentie.
productsimulatie’
de imitatie van het uiteindelijke resultaat van het denken
bijv. bij het schaken, de computer heeft een berg input gekregen en is nu in staat om het schaken te imiteren.
de computer ‘kan’ schaken
‘processimulatie’
de imitatie van de menselijke manier van denken of van de processen in het brein.
Het proces van vaardigheden leren, leren. Dit zou echte goede AI kunnen doen volgens het connectionsme