Kwaliteit chromatogrammen Flashcards

1
Q

wat is de selectiviteits factor (a - alpha)

A

a = (Tr2 - Tm) / (Tr1 - Tm) Tm = dode tijd Tr1 = tijd waarvan je de factor van wil weten Tr2 = de tijd van het monster na Tr1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe bereken je de resolutie

A

R = 0,589tijd tussen de 2 pieken / 0,5 W (piek 1 + piek 2)(sec)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe bereken je de rentie factor K

A

K = (Tr-Tm)/Tm (Tm = retentie minimaal Tr= retentie van piek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar is de retentiefactor (K) van afhankelijk?

A
  1. temperatuur 2. polariteit stationaire fase 3. de faseverhouding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar is de retentiefactor (K) niet van afhankelijk

A
  1. de flow 2. Kolomdimensies bij gelijke faseverhouding (verhouding Vgasfase en Vstationaire fase)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar is de selectivieteits factor van afhankelijk (a - aplha)

A

de soort stationaire fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe bereken je het schotelgetal (N)

A

N = 16Tr^2/W^2 of 5,55Tr^2/(W*1/2)^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar is het schotelgetal (N) de maat van

A

de maat van effiecentie van een kolom oftewel de smalhied van de spieken en dus het scheidend vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe bereken je de schotelhoogte (H)

A

H = L/N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe krijg je een hoger schotelgetal

A
  1. langere kolom 2. diffusie tegengaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar onstaad piek verbreding

A
  1. tijden injectie 2. in de kolom 3. in de detector 4. in de slangetjes/tubing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waaruit bestaat de van deemter vergelijking

A

A: eddy diffusie B: longitudinale diffusie C: evenwichtinstelling U: stroomsnelheid mobiele fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is beter voor je scheiding een grote H of een kleine H

A

een Kleine H

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat voor invloed heeft de gas snelheid (U) op de H

A

een hogere U maakt het effect van de B term kleiner maar een te hoge gassnelheid maakt de C term groter. tussen deze termen zit een optimale balans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de B term en wat is de invloed

A

B= longitudinale diffusie (diffusie door de lengte van de kolom) als de mobiele fase sneller is heeft de B term minder effect (B/Ux)
B= 2Dm/Ux Dm=diffusie coefficient analiet
dus een grotere diffusie coefficient maakt de B term groter en dus ook de H groter wat minder goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de C term en wat is de invloed

A

C-term (CUx) = eindige evenwichtinstelling tussen de fasen (dit is de diffusie in de breeterichting van de kolom)
door een hogere gassnelheid wordt de C term groter en dus je H groter
Cux = (Cmobilefase + Cstationairefase)
Ux
Cs en Cm worden beinvloed door de k retentiefactor, door de dikte van film, door de diameter van kolom en door de D diffusie snelheid. een hogere D maakt de C-term kleiner

17
Q

wat is de A term en wat is de invloed

A

A = eddy diffusie (alleen gepakte klomen hebben hier effect op) kleinere korrels zorgen voor een kleinere A term en hangt niet af van de snelheid mobiele fase