kringloop Flashcards
1
Q
overheidstekort
A
o - b
2
Q
overheidsaldo
A
b - o
3
Q
saldo buitenland
A
e - m
4
Q
bbp bedrijven
A
c + i + o + e - m
5
Q
besparingen financiele instellingen
A
i + (o - b) + (e - m)
6
Q
nationaal spaarsaldo
A
(s-i) + (b-o) = e - m