krachten: 2 zwaartekracht p94-98 Flashcards

1
Q

zwaartekracht

A

aantrekkingskracht van aarde/planeet op een voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

symbool zwaartekracht

A

Fz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

richting zwaartekracht

A

verticaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zin zwaartekracht

A

(naar beneden), middelpunt van aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aangrijpingspunt zwaartekracht

A

zwaartepunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

formule Fz

A

m x g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe wordt de grootte van zwaartekracht op voorwerp met massa m gegeven?

A

Fz = m x g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe wordt g uitgedrukt?

A

N/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

symbool zwaarteveldsterkte

A

g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

g op aarde

A

9,81 N/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

g op maan

A

1,60 N/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

formule g

A

Fz / m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gewicht

A

kracht die een voorwerp uitoefent op zijn steunvlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

symbool gewicht

A

Gw + pijltje boven G

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer heeft het voorwerp geen gewicht? waarom?

A

wanneer het valt, het heeft geen steunvlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

normaalkracht

A
  • kracht die de ondersteuning uitoefent op het voorwerp

- werkt loodrecht op steunvlak

17
Q

symbool normaalkracht

A

Fn + pijltje boven F

18
Q

g

A

zwaarteveldsterkte