krachten: 1 kracht p 86-92 Flashcards

1
Q

definitie kracht

A

kracht werkt in op een voorwerp en wordt uitgeoefend door iets of iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 soorten effecten krachten

A
  • statisch
  • compensatie
  • dynamisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar zorgt het statisch effect voor?

A

vervorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar zorgt het dynamisch effect voor?

A

snelheidsverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eenheid van kracht

A

Newton (N)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kun je een kracht meten?

A

met een dynamometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dynamometer

A

uitrekking van veer, krachtsensoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

grootheid van kracht

A

F

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een contactkracht?

A

direct contact met voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een veldkracht?

A

geen direct contact met voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeeld contactkracht

A

spierkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeeld veldkracht

A

zwaartekracht, magnetische kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waaruit bestaat een vector?

A
  • richting
  • zin
  • grootte
  • aangrijpingspunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe ligt de richting?

A

horizontaal of verticaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe ligt de zin?

A

links, rechts, boven, onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe wordt de grootte bepaald?

A

hoe hard je duwt

17
Q

wat is de richting van de kracht?

A

lijn volgens dewelke je duwt

18
Q

wat geeft de zin aan van een kracht?

A

naar welke kant je duwt

19
Q

wat is het aangrijpingspunt?

A

plaats waar je duwt

20
Q

symbool vector

A

->