KP stoornissen map Flashcards
Middelengerelateerde – en verslavingsstoornissen benoem hiervan de criteria
- Stoornis in alcoholgebruik. Problematisch patroon wat leidt tot beperkingen of lijdensdruk, (2 van 11 klachten) minstens een jaar
- Alcoholintoxicatie
Recent gebruik, problematische gedrags- of psychische veranderingen, (1 van 5 klachten) - Alcoholonttrekkingssyndroom
- Staking (of mindering) na fors gebruik
- 2 of meer van 8; Autonome hyperactiviteit, tremor, insomnia, misselijkheid of braken, passagiere hallucinaties of illusoire vervorming,
psychomotore agitatie, angst, gegeneraliseerde tonisch-clonische insulten (verkrampen en schokken) - Lijdensdruk of beperkingen
bij middelen en verslavingsstoornissen de 4 clusters van symptomen benoemen:
4 clusters van symptomen:
Verlies van controle:
Meer/ langer gebruiken dan de bedoeling was
Aanhoudend wens om minder te gebruiken
Trek
Veel tijd besteden aan herstellen/gebruiken/verkrijgen
Beperking van sociaal gebied:
Door gebruik lukken verplichten van thuis, werk en school niet
Belangrijke bezigheden opgeven voor gebruik
Risicovol gebruik
Herhaaldelijk gebruik in fysiek gevaarlijke situaties
Steeds blijven gebruiken ondanks gezondheidsproblemen
Farmacologische gevolgen:
Steeds meer nodig voor hetzelfde effect
Onthoudingsverschijnselen
welke behandeling bij middelen en verslavingsstoornis en welke ziektemodel als PTS
in samenwerking met GGZ/BIG geregistreerde hulpverlener zou dit evt mogen totdat er bv plek is, ter overbrugging. Tot die tijd iom BIG geregistreerde/GGZ hulpverlener steunend hulp bieden
slaap en waakstoornis uitleggen
Slaap- waakstoornis
Slaap-waakstoornissen zijn een groep aandoeningen die de kwaliteit, timing en duur van slaap beïnvloeden, resulterend in verminderde alertheid en functioneren overdag.
soorten slaap en waakstoornissen
- Insomniastoornis
* Moeite met in slaap vallen, in slaap blijven, of te vroeg wakker worden en niet meer kunnen slapen.
* Gevolgen: Vermoeidheid overdag, prikkelbaarheid, concentratieproblemen.
(geeft lijdensdruk en beperkingen in het dagelijkse leven)
(Min. 3 nachten per week gedurende 3 maanden - Hypersomnolentiestoornis
* Excessieve slaperigheid overdag ondanks een normale of lange slaapduur gedurende de nacht.
* Gevolgen: Slaapaanvallen, verminderde alertheid en functioneren overdag.
(teveel slaap, verlengde slaap of dutje 3x per week 3 maanden) - Narcolepsie
* Chronische slaapstoornis gekenmerkt door onbedwingbare slaapaanvallen en kataplexie (plotselinge spierzwakte).
* Gevolgen: Onvoorspelbare slaapaanvallen, mogelijk verlies van spiercontrole, hallucinaties bij in slaap vallen of ontwaken.
(3x per week 3 maanden) - Obstructieve Slaapapneu Hypopneu
* Periodieke verstopping van de bovenste luchtwegen tijdens de slaap, leidend tot verminderde of gestopte ademhaling.
* Gevolgen: Snurken, herhaaldelijk wakker worden, vermoeidheid overdag. - Centrale Slaapapneu
* Onderbrekingen van de ademhaling tijdens de slaap veroorzaakt door een gebrek aan ademhalingsinspanningen.
* Gevolgen: Vermoeidheid, slapeloosheid, verminderd functioneren overdag. - Circadiane Ritme Slaap-Waakstoornissen
* Verstoring van de interne biologische klok die de slaap-waakcyclus reguleert.
* Types: Vertraagde slaapfase, vervroegde slaapfase, ploegendienststoornis, jetlag.
* Gevolgen: Moeite met inslapen of wakker worden op conventionele tijden, vermoeidheid, concentratieproblemen. - Parasomnieën
* Ongewone gedragingen of ervaringen tijdens de slaap.
* Types: Nachtmerries, slaapwandelen, REM-slaapgedragsstoornis, slaapverlamming.
* Gevolgen: Verstoorde slaap, verwarring bij ontwaken, angst. - Restless Legs Syndroom (RLS)
* Onweerstaanbare drang om de benen te bewegen, meestal gepaard met onaangename gewaarwordingen.
* Gevolgen: Moeite met in slaap vallen en doorslapen, vermoeidheid overdag. - Periodieke Beenbewegingen tijdens de Slaap (PLMS)
* Herhaalde bewegingen van de benen tijdens de slaap.
* Gevolgen: Verstoorde slaap, vermoeidheid overdag. - Nachtmerrie stoornis
- Slaapstoornis door een middel/medicatie
Deze stoornissen kunnen significant invloed hebben op de gezondheid, het welzijn en de dagelijkse activiteiten van een persoon.
Diagnose en behandeling vereisen vaak een multidisciplinaire benadering, inclusief medische evaluatie, slaapstudies,
en gedragsmatige interventies.
Wanneer is slaap en waakstoornis een stoornis en hoelang moet je dit hebben. + wanneer mag je dit als PTS behandelen
min 3 nachten per week gedurende 3 maanden. Wanneer je dit als lijdend ervaart en je dagelijks functioneren hiermee last van krijgt.
Als PTS mag je dit alleen als steunend helpen, er moet een diagnose bij een GGZ hulpverlener gedaan worden en daarnaast naar een hulpverlener met een BIG registratie worden doorverwezen. Ik kan alleen steunend helpen in overleg met een BIG geregistreerd hulpverlener en als overbrugging totdat ze bij een GGZ terecht kunnen.
Disruptieve, impulsbeheerings- en andere gedragsstoornissen=
Psychische stoornissen die worden gekenmerkt door problemen met het reguleren van emoties en gedragingen. Deze stoornissen leiden vaak tot conflicten met autoriteiten, overtreding van sociale normen, en kunnen negatieve gevolgen hebben voor de betrokkenen en hun omgeving.
(minimaal 6 maanden op de meeste dagen min 1x per week)
soorten disruptieve, imulsbeheerings en andere gedragsstoornissen:
- Oppositionele-opstandige stoornis (ODD)
* Een patroon van prikkelbaar of boos humeur, ruziezoekend en uitdagend gedrag, of wraakzucht dat minstens zes maanden aanhoudt.
* Symptomen: Frequent verlies van geduld, ruzie maken met volwassenen, opzettelijk anderen irriteren, weigeren om zich aan regels te houden, schuld afwijzen, en wrok of wraakzucht tonen.
* Gevolgen: Moeilijkheden thuis en op school, conflicten met leeftijdsgenoten en volwassenen. - Normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD)
* Herhaaldelijk en aanhoudend patroon van gedrag waarin de grondrechten van anderen of belangrijke leeftijdsadequate normen of regels worden geschonden. minstens 6mnd aanwezig.
* Symptomen: Agressie tegen mensen en dieren, vernietiging van eigendom, bedrog of diefstal, ernstige schendingen van regels.
* Gevolgen: Problemen met justitie, moeilijkheden in relaties, en academische of werkgerelateerde problemen. - Periodiek explosieve stoornis (IED)
* Terugkerende uitbarstingen van impulsieve agressiviteit die buiten proportie zijn ten opzichte van de situatie.
* Symptomen: Woede-uitbarstingen, fysiek of verbaal geweld, schade aan eigendommen of lichamelijk letsel toebrengen.
* Gevolgen: Problemen in interpersoonlijke relaties, juridische problemen, werk- of schoolgerelateerde problemen. - Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPD)
* Een doordringend patroon van onverschillig en schending van de rechten van anderen, beginnend in de kindertijd of vroege adolescentie en voortzettend in de volwassenheid.
* Symptomen: Oneerlijkheid, impulsiviteit, prikkelbaarheid en agressiviteit, roekeloosheid, onverantwoordelijkheid, gebrek aan berouw na het kwetsen of bestelen van anderen.
* Gevolgen: Chronische problemen met de wet, instabiliteit in werk en relaties, risico op misbruik van middelen. - Pyromanie
* Herhaalde opzettelijke brandstichting, gepaard met fascinatie voor vuur en opluchting of voldoening na het aansteken van een brand.
* Symptomen: Ongegronde brandstichting, spanning of opwinding voor het aansteken van een brand, sterke interesse in brand en de gevolgen ervan.
* Gevolgen: Juridische problemen, gevaar voor zichzelf en anderen, schade aan eigendom. - Kleptomanie
* Herhaaldelijk onvermogen om de impuls te weerstaan om objecten te stelen die niet nodig zijn voor persoonlijk gebruik of hun monetaire waarde.
* Symptomen: Sterke drang om te stelen, opluchting of voldoening tijdens het stelen, gevoelens van schuld of schaamte na de diefstal.
* Gevolgen: Juridische problemen, stress en conflicten in interpersoonlijke relaties, moeite om dagelijkse verantwoordelijkheden te vervullen.
Deze stoornissen vereisen vaak een uitgebreide evaluatie en behandeling, inclusief psychotherapie, gedragsinterventies, en soms medicatie. Effectieve behandeling kan de kwaliteit van leven van de betrokkenen verbeteren en de impact op hun omgeving verminderen.
Disruptieve, impulsbeheerings- en andere gedragsstoornissen hoelang moet je dit hebben om het een stoornis te noemen
min 6 maanden op de meeste dagen min1x per week
Disruptieve, impulsbeheerings- en andere gedragsstoornissen, welke behandeling als PTS mag je hierbij geven, mag je het wel of niet behandelen?
Gedragstherapie, systeemtherapie, medicatie alleen steunend en in samenwerking met een BIG registreerde
- Genderdysforie =
Hebben een sterk gevoel van onvrede met het geslacht waarmee ze geboren en opgegroeid zijn. Het gender past niet bij hoe ze zich voelen en willen uiten. Als ze hier erg last van hebben kan dit tot angst of depressie leiden. Gedurende 6 maanden lijdensdruk dan noem je het een stoornis.
Disruptieve, impulsbeheerings- en andere gedragsstoornissen
kenmerken zich door gebrekkige zelfbeheersing: ernstige problemen in de regulatie van emoties en/of gedrag die vaak leiden tot conflicten met de directe omgeving
Psychische stoornissen die worden gekenmerkt door problemen met het reguleren van emoties en gedragingen. Deze stoornissen leiden vaak tot conflicten met autoriteiten, overtreding van sociale normen, en kunnen negatieve gevolgen hebben voor de betrokkenen en hun omgeving.
(minimaal 6 maanden op de meeste dagen min 1x per week)
Seksuele disfuncties=
Stoornissen die het vermogen om seksueel actief te zijn of seksueel plezier te ervaren, belemmeren.
seksuele disfuncties= en wanneer noem je dat een stoornis.
- Seksuele disfuncties
Hieronder valt: - Vertraagde ejaculatie, erectiestoornis, orgasmestoornis bij de vrouw, sexuele-interesse-/opwindingsstoornis bij de vrouw, penetratiestoornis, hypoactief-sexsueelverlangenstoornis bij de man, voortijdige ejaculatie, sexuele disfunctie door een middel/medicatie. 6 maanden en lijdensdruk met tenminste 1 symptoom?
- Voedings- en eetstoornissen
Biologische, psychische en omgevingsfactoren zijn de factoren om dit te ontwikkelen. Je kan er aanleg voor hebben maar een ingrijpende gebeurtenis kan hier ook voor zorgen.
Risicofactoren zijn: angst om dik te worden. Negatieve lichaamsbeweging en zorgen over gewicht.
BMI lager dan 15 is ernstig
Anorexia nervosa=
- Anorexia nervosa (hier nadruk op vasten)
Niet of te weinig eten om psychische redenen
A. Beperken van energie-inname
B. Intense vrees aan te komen
C. Stoornis in het ervaren van lichaamsgewicht, -vorm, ernst van de situatie
(licht BMI > 17, matig 16-17, ernstig 15-16, zeer ernstig < 15)
BMI = kg/m2
Gewicht in kg gedeeld door lengte in meters in het kwadraat
Boulimia nervosa =
- Boulimia nervosa Minimaal 3 maanden, 1 maal per week (hier nadruk op compenseren)
Recidiverende eetbui-episoden.
1. Eetbui (in 2 uur)
2. Gevoel van geen controle
Recidiverend inadequaat compensatoir gedrag om gewichtstoename tegen te gaan
(braken, laxeren, vasten, sporten)
Lichaamsgewicht, -vorm, heeft te veel invloed op oordeel over zichzelf.
(licht 1-3 maal per week, matig 4-7, ernstig 8-13, zeer ernstig < 14)
Gevaren: uitdroging, verstoorde elektrolyten huishouding – o.a. hartstilstand
Behandeling bij eetstoornis=
Behandeling: CGT, IPT. Lastig te behandelen
Comorbiditeit met somatische ziekten, depressie, angst, OCD
Somatische-symptoomstoornis en verwante stoornissen (SSS)=
Worden gekenmerkt door lichamelijke klachten die voor veel lijdensdruk zorgen. Dagelijks leven wordt beheerst door gedachten, gevoelens en gedragingen over of door deze lichamelijke klachten.
Het ontstaat als gevolgen van lichamelijke klachten ervoor zorgen dat ze niet of minder goed herstelt, er ontstaat een vicieuze cirkel. Lichamelijke klachten houden dit in stand.
Lichamelijke klachten zoals buik, hoofdpijn, spierpijn etc
Iemand heeft dan lichamelijke en psychische klachten. Bijvoorbeeld veel pijn en is daarbij angstig en somber.
hoelang moet een somatische symptoomstoornis aanwezig zijn om het een stoornis te noemen:
minstens 6 maanden aanwezig zijn
somatische symptoomstoornis info, iets over zeggen:
- Somatische-symptoomstoornis en verwante stoornissen, Minstens 6 maanden aanwezig zijn.
Lichamelijke klachten staan op de voorgrond, Duidelijke lijdensdruk, Beperkingen in het functioneren, Nb: ongeveer 80% van de algemene bevolking heeft minimaal een of meer, lichamelijke klachten per week. verdwijnt vaak spontaan. - DSM-IV: ongedifferentieerde somatoforme stoornis
- Lichamelijke klachten die de betrokkene beperken
- Extreme gedachten, gevoelens of gedragingen die samenhangen met
- lichamelijke klachten of met zorgen hierover. Extreme ongerustheid, tijd en
- energie hieraan besteden.
- Het hebben van klachten is continu, hoewel de specifieke klachten kunnen wisselen.
Conversiestoornis
Veranderingen die optreden in de willekeurige motorische of sensorische functies die niet het gevolg zijn van een neurologische of andere somatische aandoening.
Nagebootste stoornis
Voorwenden van somatische of psychische klachten of verschijnselen, of het doelbewust opwekken van verwonding of ziekte bij zichzelf of een ander waarbij de misleiding aantoonbaar is (vroeger Munchhausensyndroom). Of er wel of geen externe beloning tegenover staat.
Nagebootste stoornis opgedrongen aan iemand anders (vroeger Munchhausensyndroom by proxy).
Ziekteangststoornis Minstens 6 maanden aanwezig.
DSM-IV: Hypochondrie - Preoccupatie met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte
- Er zijn geen of slechts milde lichamelijke klachten. Preoccupatie bij klachten is buitenproportioneel.
- Veel angst en zorg over eigen gezondheid
- Extreem gericht zijn op de controle van de gezondheid of op het vermijden van ziekenhuizen e.d.
Klachtenanamnese Eigenlijk altijd:
-Somatische dimensie
-Cognitieve dimensie
-Emotionele dimensie
-Gedragsdimensie
-Sociale dimensie
Behandeling somatisch-symptoomstoornis,ziekteangststoornis, psychische factoren die somatische aandoeningen beïnvloeden
Doel: betere manier met de lichamelijke klachten leren omgaan. Hierdoor is het makkelijker om een cliënt met een lichamelijke klacht voor een psychologische behandeling te motiveren. - Cognitieve gedragstherapie
- Ontspanningsoefeningen, aandacht training, exposure en responspreventie,
- exposure and graded activity, systeeminterventies rond de klacht.
- Farmacotherapie; antidepressiva
behandeling somatische symptoomstoornis=
Behandeling somatisch-symptoomstoornis,ziekteangststoornis, psychische factoren die somatische aandoeningen beïnvloeden
Doel: betere manier met de lichamelijke klachten leren omgaan. Hierdoor is het makkelijker om een cliënt met een lichamelijke klacht voor een psychologische behandeling te motiveren.
* Cognitieve gedragstherapie
* Ontspanningsoefeningen, aandacht training, exposure en responspreventie,
* exposure and graded activity, systeeminterventies rond de klacht.
* Farmacotherapie; antidepressiva
dissociatie stoornissen =
Dissociatieve stoornissen
Iemand heeft problemen met het geheugen, identiteit of bewustzijn. Iemand vergeet belangrijke dingen, heeft verschillende persoonlijkheden, of zich losgekoppeld voelt van zichzelf of de werkelijkheid. Vaak komt dit door trauma, zoals mishandeling in kindertijd.
Behandeling: therapie en soms medicijnen.
dissociatie stoornissen info iets over zeggen..
Dissociatieve stoornissen
* Dissociatieve identiteit stoornis Fragmentatie van de identiteit in twee of meer persoonlijkheidstoestanden. (bezetenheid) 70% krijgt borderline diagnose.
* Komt voor bij iets meer vrouwen dan bij mannen. Prevalentie: 1,5%
* Dissociatieve amnesie → Niet herinneren van belangrijke autobiografische gebeurtenissen
Declaratieve geheugen (in tegenstelling tot procedureel)
Specificeer
* Depersonalisatie/ derealisatiestoornis → Buiten de eigen gevoelswereld of lichaam staan. (zelfvervreemding)
Derealisatie: je bent ergens en je voelt ineens dat de kamer veel groter is of dat de vloer gaat golven. Je wordt bang, schrikt, controle verlies. Je als persoon heel anders voelt bijv je handen, je kijkt anders naar jezelf.
Verschil psychose en dissociatie?
Bij een psychose kom je niet snel meer in het hier en nu. Bij een dissociatie wel.
Psychose = als je minstens 1 hele dag helemaal van het padje bent.
behandeling bij dissociatieve stoornis=
therapie en soms medicatie
Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
OCD (dwangstoornis)
=
- Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
OCD (dwangstoornis)
Psychische aandoening waarbij iemand last heeft van terugkerende, ongewenste gedachten (obsessies) en/of gedragingen (compulsies) die hij moeilijk kan stoppen. Deze gedragingen worden vaak herhaald om angst of stress door obsessies te verminderen, alleen ze bieden tijdelijk vermindering.
Bv iemand denkt obsessief dat handen vuil zijn en steeds opnieuw gaat hij zijn handen wassen (compulsie)
Behandeling: CGT en soms medicatie
behandeling bij OCD=
CGT en soms medicatie
OCD iets over vertellen info..
- Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
- Obsessief-compulsieve stoornis (OCS of dwangstoornis)
- Verzamelstoornis (hoarding disorder)
- Morfodysfore stoornis (verstoorde beleving van het uiterlijk)
- Trichotillomanie (haaruittrekstoornis)
- Excoriatiestoornis (huidpulkstoornis)
- OCS door middel of medicatie of een somatische aandoening
Kenmerkend is aan een obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen is: - Tijdrovend, minstens een uur of ernstige lijdensdruk en beperken betrokkene in zijn of haar functioneren
- Bij dwangstoornis heeft 80% last van zowel obsessies als van dwanghandelingen
- Dwanggedachten: angst voor vuil en besmetting, geweld, iemand iets aan willen doen, twijfel
- Dwanghandelingen: repetitieve handelen als schoonmaken, wassen,controleren, tellen en aanraken, bidden. Anders: grote spanning!
- Met en zonder angst