KOW TT Flashcards
kankers uitgaande van verschillende cellen
- Epitheliale weefsels: carcinomen
- Mesenchymale weefsels: sarcomen
- Bloed‐ en lymfe‐vormende weefsels: leukemieën en
lymfomen - Melanocytaire cellen: melanomen
- Gliale cellen: gliomen
- Kiemcellen: kiemceltumoren (“germinomen”)
locaties hersen kanker
Relatie t.o.v. de schedel:
Intracranieel ‐ extracranieel
Relatie t.o.v. de dura:
Intraduraal ‐ extraduraal
Relatie t.o.v. het hersenweefsel:
Intracerebraal ‐ extracerebraal
meningeomen
tumor uit arachnoidal cal cellen
kenmerken: laaggradig. brhsnfrlinh chirurgie/radio
metastasen in hersenen
helft van intracerebrale tumoren. meestal van: long, borst, nier, maag-darm, melanoom
behandeling metastasen afhankelijk van…
status primaire tumor, grootte, aantal en locatie
primaire hersentumoren ontstaan uit hersenweefsel van…
Gliale cellen, Neuronen, Ependym, Plexus Choroideus
noem 6 voorbeelden van primaire hersentumoren
Craniopharyngeoom, Hypofyse adenoom, Germinoom, Pilocytair astrocytoom, Medulloblastoom, Ependymoom
Beschrijf kort zes essentiële kenmerken van een glioom.
Diffuse infiltratie
Progressie in histologische maligniteitsgraad parallel aan
toename genetische afwijkingen
Geen metastasering buiten CZS
Verschillen in progressie parallel aan genetische subtype
In 70% van gliomen IDH mutatie
Lineage‐specifieke genetische afwijkingen
meest voorkomende gliomen
Astrocytomen
Oligodendrogliomen
Glioblastomen
wat houdt IDH mutatie in?
isocitrate gaat in plaats van a-ketoglutarate(2-oxoglutarate)
naar 2-hydroxyglutarate(2HG)
Oligodendrogliomen
IDH en Codeletie 1p/19q
Astrocytomen
niet altijd IDH, geen co Deletie: wisselend TP53 EN atrx mutaties (voorkomt DNA reparatie waardoor telomeer fusie ontstaat)
Diffuus infiltrerende gliomen:
– groeien zonder scherpe grens, maar infiltreren met individuele cellen
– worden van laag‐gradig geleidelijk hoog‐gradig (WHO graad)
MGMT
MGMT actief? Tumorcellen repareren DNA-schade -> chemotherapie werkt minder goed.
MGMT uitgeschakeld door hypermethylering? Tumorcellen worden gevoeliger -> betere respons op chemotherapie.
Typen blaaskanker
- Urotheelcarcinoom (90%)
- Plaveiselcelcarcinoom
- Adenocarcinoom
- Neuro-endocrien / kleincellig
Met welke klacht(en) presenteert iemand zich bij de huisarts bij blaaskanker?
mictieklachten
hematurie
pijn in de flank/buik
gewichtsverlies
risicofactoren blaaskanker
Roken
blootstelling aan textielindustrie
Urineweginfectie
aanvullend onderzoek blaaskanker
cytoscopie
ct scan
labonderzoek (nierfunctie/Hb)
Urinekweek
Behandeling blaaskanker afhankelijk van?
type blaaskanker (spierinvasief of niet spierinvasief)
aanwezigheid metastasen
klinische TNM stadiëring
PROGNOSTISCHE FACTOREN BLAASKANKER
Klinisch:
* Focaliteit
* Grootte (>3cm)
* Carcinoma in situ
* T categorie (diepte van invasie, stage)
* Leeftijd
Pathologisch:
* WHO
* Cel differentiatie
behandeling blaaskanker bij risico
EERSTE STAP TURB ONGEACHT RISICOPROFIEL
DAN
Laag risico
Behandeling: Eenmalige chemospoeling.
Intermediair risico
Behandeling: Chemospoeling of BCG (1 jaar).
Hoog risico
Behandeling: BCG (1 tot 3 jaar).
Zeer hoog risico
Behandeling: BCG of radicale cystectomie (RC).