Koude Oorlog Flashcards

1
Q

Agent Orange

A

Een ontbladeringsmiddel dat is ingezet tijdens de Vietnamoorlog. Het heeft zijn naam te danken aan de oranje band die om de containers zat, waarin het was opgeslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bevoorradingsroutes

A

routes die gebruikt worden om levensmiddelen of medicijnen naar de frontlinies te brengen. Hoe meer land veroverd owrdt, hoe langer de bevoorradingsroutes over het algemeen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bezettingszones

A

de bezettingszones zijn de 4 gebieden dei verdeeld zijn onder de geallieerden. dze gebieden wordne door de geallieerden bezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

capitulatie

A

overgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

congress

A

het Amerikaanse congress is de wetgevende macht binne nhet politiek bestel van de VS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

containmentpolitiek

A

indammingspolitiek. hiermee werd bedoeld dat het communisme zich niet verder mocht verspreiden en dus vaak geïsoleerd werd van de buitenwereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

demilitarisatie

A

het ontwapenen van een bepaald land/gebied. hier worden vanaf dan gene wapens meer toegestaan. alle wapens die er nog zijn dienen te worden ingeleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

denazificatie

A

het weghalen van Nazi-elementen uit het leven van het veroverde Duitsland en Oostenrijk. Dit kon verschillen van poaganda tot het veroordelen van Nazikopstukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

embargo

A

het verbieden van handel drijven met een bepaald land. vaak wordt het verbod opgelegd door een bondgenoot of overheersende macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geallieerden

A

hiermee worden de landen bedoelt die vochten tegen het Naziregime en hebben geholpen met de vernietiging vsn Nazi-Duitsland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geografisch

A

aardrijkskundig. Heeft te maken met de plaats en ligging van een land / plaats / etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

guerrillastrijd

A

een manier van oorlogsvoeren waarbij een direct conflict met de tegenpartij wordt vermeden. Vaak komt dit omdat de ene partij bestaat uit milities en de andere partij uit beroepsmilitairen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ho Chi Minhroute

A

de route die van N-vietnam naar Z-vietnam liep via Laos. deze route was de bevoorrading van de vietcong in het zuiden van vietnam. doordat de vs deze route niet kon aanvallen, was dit erg succesvol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ideologie

A

politieke dekbeelden gebaseerd oop ideeën over de samenleving, economie en o.a. defensie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ijzeren Gordijn

A

een scheidingslijn die het oost- en westblok verdeelde. Het ijzeren gordijn liep dwars door Midden-Europa en was daar geplaatst om de uittocht van Oost-Europese mensen te verhinderen. Het is zo genoemd door een uitspraak van Winston Churchill.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

invloedssfeer

A

het gebied dat door een grote mogendheid wordt beïnvloed in doen en laten. vaak bestaan deze gebieden uit andere landen die afhankelijk zijn van de grote mogendheid.

17
Q

Kolonie

A

een land of gebied dat onder het bestuur staat van een ander land

18
Q

luchtbrug

A

een verbinding tussen 2 gebieden via het luchtruim. dit wordt vaak ingezet wanneer iets of iemand de verbinding via land/zee blokkeert.

19
Q

marshallhulp

A

de marshallhulp is een Amerikaans plan om getroffen landen door de WOII te helpen met de wederopbouw. het doel van dit plan was om het communisme tegen te gaan.

20
Q

meerpartijenstelsel

A

een politiek systeem waarbij meer dan 1 partij is toegestaan. Komt vooral voor in demokratische landen. Dictatoriale landen hebben vaak een eenpartijstelsel.

21
Q

Napalm

A

type brandbomb die gebruikt werd door de amerikanen tijdes verschillende oorlogen. napalm is ontzettend gevaarlijk voor mensen en dier. het brandt ontzettend goed en dat zorgt voor verschrikkelijke brandwonden.

22
Q

provocatie

A

uitdagen of uitlokken

23
Q

resolutie

A

besluit van een wetgevend bestuursorgaan

24
Q

ruimtewedloop

A

de race om de ruimte tusssen de vs en de SU. door deze race wordt ontzettned veel geld gepompt in de ruimtevaartprogramma’s. hierdoor zie je een technologische ontwikkeling ontstaan op dit gebied.

25
Q

satellietstaten

A

landen/gebieden die als onafhankelijk worden gezien, maar onder sterke invloed staan van een grote mogendheid. satellietstaten zijn te vergelijken met kolonies.

26
Q

staatsgreep

A

een staatsgreep is een poging van inwoners of het leger van een land om de huidige regering omver te werpen. Om vervolgnes de macht in een staat over te nemen.

27
Q

stagnatie

A

tot stilstand komen

28
Q

superieur

A

hoger of beter zijn dan

29
Q

verenigde naties (VN)

A

een internationaal samenwerkingsverband die is opgericht in 1945 door 51 landen. de samenwerking is op gebieden van internationaal recht, veiligheid, mensenrechten, etc.

30
Q

vietnamiseren

A

het proces dat de VS inzette onder Richard Nixon om de vietnamoorlog te laten voeren door vietnamese soldaten in plaats van amerikaanse. De amerikaanse soldaten worden langzaam teruggetrokken en hun plaats wordt ingenomen door vietnamese soldaten.

31
Q

wapenwedloop

A

het proces in de koude oorlog dat men bezig is met het ontwikkelen van betere, sterkere en zwaardere wapens om de vijand te imponeren. in dde wapenindustrie is hierdoor ontzettend veel geld gepompt, omdat je niet achter wilde raken op de tegenstander. in de koude oorlog ging dit tussen de VS en de SU.