begrippen h1

Question 1

la belle époque

Answer 1

de periode van omstreeks 1890 tot 1914

Question 2

tijd van de wereldoorlogen

Answer 2

negende tijdvak (1900-1950)

Question 3

tijdzone

Answer 3

gebied met dezelfde tijd

Question 4

vooruitgangsgeloof

Answer 4

idee dat het leven steeds beter wordt

Question 5

centralen

Answer 5

Duitsland, Oostenrijk en hun bondgenoten in de eeste wereldoorlog

Question 6

geallieerden

Answer 6

in de twee wereldoorlogen de VS, Groot-Brittanië, Frankrijk en Rusladn/Sovjet-Unie met hun bondgenoten

Question 7

loopgraaf

Answer 7

uitgegraven gang waarin soldaten zich beschermen tegen de vijand

Question 8

militarisme

Answer 8

verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft

Question 9

mobilisatie

Answer 9

gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog

Question 10

tweefrontenoorlog

Answer 10

oorlog waarbij in twee gebieden tegelijk gevochten wordt

Question 11

wapenwedloop

Answer 11

race om de sterkste bewapening

Question 12

wereldoorlog

Answer 12

oorlog waaraan veel volken in een groot deel van de wereld meedoen

Question 13

bolsjewiek

Answer 13

communist

Question 14

concentratiekamp

Answer 14

gevangenkamp voor tegenstanders

Question 15

bureaucratie

Answer 15

bestuur met veel ambtenaren en regels

Question 16

communist

Answer 16

radicale socialist, aanhanger van Lennin

Question 17

dictatuur

Answer 17

alleenheerschappij

Question 18

eenpartijstaat

Answer 18

staat met 1 parij die alle macht heeft

Question 19

geheime dienst

Answer 19

overheidsdienst die in het geheim de staatsveiligheid bewaakt

Question 20

Rode Leger

Answer 20

leger van communistisch Rusland

Question 21

sovjet

Answer 21

groep mensen die iets bestuurt

Question 22

etnische zuivering

Answer 22

acties om etnische groepen in een gebied in aantal te verminderen

Question 23

mandaatgebied

Answer 23

gebied dat in opdracht van de Volkenbond door een geallieerde staat werd bestuurd

Question 24

Volkenbond

Answer 24

in 1919 opgerichte volkerenorganisatie

Question 25

Vrede van Versailles (1919)

Answer 25

vredesverdrag tussen geallieerden en Duitsland

Question 26

zelfbeschikkingsrecht

Answer 26

recht van een volk om zelf te bepalen bij welke staat zijn gebied hoort en hoe deze staat bestuurd wordt

Question 27

abstracte kunst

Answer 27

kunst waarvan je niet kunt zien wat het voorstelt

Question 28

deporteren

Answer 28

wegvoeren

Question 29

figuratieve kunst

Answer 29

kunst waarvan je kunt zien wat het voorstelt

Question 30

kunstnijverhijd

Answer 30

vormgeving van gebruiksvoorwerpen en bouwwerken

Question 31

neutraal

Answer 31

onpartijdig

Question 32

op de bon

Answer 32

als mensen een bon moeten hebben om iets te mogen kopen

Question 33

schraarste

Answer 33

als er heel weinig is van iets

Question 34

zwarte markt

Answer 34

plek waar verboden handel plaatsvindt