kloktijden Flashcards
1
Q
Het is
A
Es ist
2
Q
Uur tijdstip aan tonen
A
Uhr
3
Q
kwartier
A
viertel
4
Q
voor
A
vor
5
Q
half
A
halb
6
Q
over
A
nach
7
Q
uur tijdsanduiding
A
stunde