die der en das Flashcards
1
Q
Wanneer gebruik je das
A
Bij onzijdig
Als het in NL begint met Het
Woorden die eindigen op chen of lein
2
Q
Wanneer gebruik je die
A
Vrouwlijk
de meeste woorden die op e eindigen
woorden die op schaft en heit eindigen
woorden die op keit en ung eindigen
3
Q
Wanneer gebruik je der
A
Mannelijke personen dieren
Maanden