Klinische Psychologie Angststoornissen Flashcards
1
Q
Separatieangst
A
Angst om gescheiden te worden van hechtingsfiguren
2
Q
Selectief mutisme
A
Gedurende een maand consequent niet kunnen spreken in sociale situaties
3
Q
Specifieke fobie
A
Buitenproportionele angst voor een specifiek iets (> 6 maanden)
4
Q
Sociale angststoornis
A
Angst voor sociale contacten/situaties waar de kans bestaat beoordeeld te worden
5
Q
Paniekstoornis
A
Terugkerende paniekaanvallen zonder duidelijke aanleiding
6
Q
Agorafobie
A
Angst voor situaties waar moeilijk uit te ontsnappen is, of waar geen hulp kan komen
7
Q
Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)
A
Extreem piekeren over meerdere gebeurtenissen of activiteiten
7
Q
Agorafobie
A
Angst voor situaties waar moeilijk uit te ontsnappen is, of waar geen hulp kan komen