klinische aspecten mammacarcinoom Flashcards

1
Q

Waaruit ontstaan alle mammacarcinomen?

A

terminal ductular lobular unit (TDLU)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de klinische presentatie van mammacarcinoom (11)(ze komen niet allemaal altijd voor)

A
  • knobbel in borst
  • intrekking van huid of tepel
  • peau d’orange
  • mastitis
    wond van huid
    voelbare okselklieren
    groei van borst
    tepeluitbloed
    schilfering/eczeem van tepel
    (pijn)
    klachten passend bij meta’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn risicofactoern voor borstkanker met een RR vanaf 5 of hoger? (7)

A

vrouw, >45jr, borstkanker in voorgeschiedenis, familiaire belasting met dominante overerving, atypische benigne proliferatie afwijkingen in borst, afkomstig uit noord-europa of noord-amerika, bestraling van mediastinum (voor hodgkin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicofactoren met RR < 5 (10)

A

eerstegraads familielid met borstkanker, late zwangerschap, postmenopauzaal overgewicht, ovarium/endometriumcarcinoom, proligeratieve afwijkingen in de borst, matig alcoholgebruik, eerste menstruatie voor 11 jaar, hormonale substitutie therapie van meer dan 2 jaar, orale anticonceptiva, geen zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onderscheiding tussen carcinoom, cyste en fibroadenoom

A

carcinoom: solide grillige laesie
cyste: rond en gevuld met vocht en volledig zwart van binnen
fibroadenoom: solide ronde laesie (meest voorkomende mammatumor bij jonge vrouwen)
onderscheidbaar via echp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer wordt MRI screening gedaan

A

groepen met een hoog risico, preoperatief, effectbepaling van neoadjuvante therapie, diagnostische discrepantie
NOOIT genoeg om biopt te vervangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij hoeveel procent van MRI’s wordt een onverwachte bevinding gedaan?

A

16-41%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de triple diagnostiek?

A

lichamelijk onderzoek (moet palpabel zijn om compleet te zijn), mammografie, cytologische punctie -> als niet conclusief dan weefseldiagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fibroadenoom:

A

benigne tegenhanfger van Villodes tumor
overgroei stroma -> stromale fibroblasten zijn de neoplastische component
epitheelbekleding blijft tweelagig!
Sterke begrenzing en solide ronde laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

phyllodestumor

A

ZELDZAME FIBRO-EPITHELIALE TUMOR (<1%; ALLE LEEFTIJDEN maar vooral >60)
scherp omschreven en groeit relatief snel
prognose heterogeen (is het benigne of maligne)
meta’s zeldzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mastopathie/lumpy breast disease

A

= fibrocysteuze verandering

lobuli ontvouwen en de acini verdwijnen -> fibrose + calcificaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hyperplasie

A

toename van epitheelcellen zonder neoplasie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ductaal carcinoma in situ

A

1800 patienten per jaar, 80-85% niet palpabel, MICROCALCIFICATIEN en BUISSYSTEEM
na excisie blijkt 17% een invasief component te hebben
per definitie N0M0
mammasparende chirurgie kan als de aandoening unifocaal is (niet multicentrisch) en vrij resectievlak haalbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lobulair carcinoma in situ

A

geen symptomen, meestal geen calcificaties dus toevallig gevonden, difuus en bilateraal (Verlies E-cadherine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Adenocarcinoom

A

80% ductaal, 10% lobulair
epitheliaal invasief carcinoom
soms palpabel soms niet, harde massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sarcoom

A

zeldzame fibro-epitheliale tumor

vooral ouderen en groeit snel

17
Q

verschil predictieve factoren en prognostische factoren:

A

predictief -> voorspellen kans op respons therapie (door bv ER en HER receptoren)
prognostisch - > voorspellen kans op ontwikkelen metastasen (histologisch, grootte etc)(dus zonder behandeling)

18
Q

wat zijn de 5 klassieke prognostische factoren?

A
  1. grootte van de tumor
  2. aan- of afwezigheid van tumorcellen in okselklier
  3. differentatiegraad
  4. metastasen
  5. leeftijd jonger of ouder dan 35
19
Q

wat zijn de metastatische oorzaken van de volgende klachten:

1. moe, malaise 2. pijn 3. dyspneu 4. bloeding/ontsteking 5. slechte eetlust 6. hoofdpijn/insult

A
  1. algemeen
  2. botmetastasen
  3. longmeta
  4. huidmeta
  5. levermeta
  6. hersenmeta
20
Q

uit wat bestaas de melklieren waar borstkanker uit ontstaat

A

acinus -> 2-lagig -> myoepitheliaal (buitenste) en luminale cellen