kernconcepten tw2 Flashcards
samenwerking
het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel
conflict
een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om eigen doelen te bereiken
rationalisering
het proces van ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken en van het doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken
macht
het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.
gezag
macht die als legitiem beschouwd wordt
politieke institutie
complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitsvorming reguleren
sociale institutie
complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren
institutionalisering
het proces waarbij een complex van min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
ideologie
een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden, meestal uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappij en politieke verhoudingen.
staatsvorming
de institutionalisering van politieke macht tot een staat
cultuur
het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven
sociale cohesie
het aantal en kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kamer met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, verantwoordelijkheid voelen voor elkaars welzijn en beroep op andere kunnen doen
identiteit
het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en andere voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over groep(en) waar hij wel of juist niet deel van uitmaakt
representatie
de vertegenwoordiging van een groep in organisaties door één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden
gezag
macht die als legitiem beschouwd wordt