Kennistoets Leerjaar 1 Grondwet Flashcards
Artikel 1 - Gelijkheidsbeginsel/discriminatieverbod
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Artikel 10 - Persoonlijke levenssfeer
Iedereen heeft recht op privacy. Dit artikel geeft de wetgever de opdracht om het recht op
privacy nader in de wet te regelen.
Artikel 11 - Onaantastbaarheid lichaam
Iedereen heeft recht op onaantastbaarheid van het lichaam. Er is wel een uitzondering. In
bepaalde gevallen heeft de OA de bevoegdheid om een verdachte te laten onderzoeken aan
zijn kleding en lichaam (art 56 sv).
Artikel 15 - Recht op vrijheid
Niemand mag zomaar van zijn vrijheid worden beroofd. Dit mag alleen wanneer de wet dit
aangeeft.
Lid 2 beschermt mensen die zonder rechterlijk bevel van hun vrijheid zijn beroofd.
Lid 3 beschermt verdachten die in voorarrest zitten en binnen een redelijk termijn moeten
worden behandeld door de rechter. Lid 4 beperkt de grondrechten van gevangenen.
Artikel 16 - Legaliteitsbeginsel
Het grondrecht geeft burgers de garantie dat zij alleen gestraft kunnen worden als ze iets
hebben gedaan dat al via een wet strafbaar was gesteld voordat zij hun daad pleegden. Zo
kan de overheid niet achteraf op gedrag iemand strafbaar stellen.
Artikel 17 - Waarborgen deugdelijke rechtszaak
Niemand mag tegen zijn wil weggehouden worden bij de rechter die de wet hem toekent.
Dit recht is een onderdeel van het recht op een eerlijk proces. Dit proces is als volgt: Een
eerlijk proces binnen een redelijk termijn door een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Artikel 18 - Recht op bijstand
De overheid moet ervoor zorgen dat er voldoende juridische hulp moet zijn wanneer
burgers een rechtszaak willen beginnen. Ook voor mensen met weinig geld moet dit
bereikbaar zijn.