Kennistoets Leerjaar 1 Burgerlijk Wetboek Flashcards
Boek 3 art. 1 - goederen
Goederen zijn alle zaken en vermogensrechten.
Boek 3 art. 107 - bezit/houderschap
Eigenaar: Met de eigenaar bedoeld de wet de man of vrouw die recht op de zaak heeft.
Bezitter: Met bezit wordt gedoeld op degene die de feitelijke macht op de zaak uitoefent en
zich als eigenaar gedraagt. Eigenaar en bezitter is meestal dezelfde persoon, dit is niet zo bij
diefstal uiteraard.
Houder: De wet gebruikt de term houder voor iemand die ook de feitelijke macht over de
zaak uitoefent, maar de eigendom van een ander erkend. Dit is bijvoorbeeld wanneer je iets
van een ander leent.
Boek 3 art. 118 - bezitter te goeder trouw
Te goeder trouw wil zeggen dat persoon C (Koper van B) meende en gelet op de
omstandigheden ook kon menen dat persoon B de eigenaar van bijvoorbeeld de fiets was bij
de aankoop hiervan. Persoon B is de koper of dief van persoon A. Persoon A is de
oorspronkelijke eigenaar (eerste). Het bedrag moet wel reëel zijn anders is dit niet te goeder
trouw.
Boek 3 art. 2 - zaken
Zaken zijn alle stoffelijke voorwerpen die zich lenen voor de menselijke beheersing,
bijvoorbeeld een huis, een stuk grond, een auto.
Boek 3 art. 290 - Retentierecht
Retentierecht is het recht om de verplichting van een zaak van een ander terug te geven, op
te schorten tot het moment dat die ander aan zijn verplichtingen voldoet.
Je laat bijvoorbeeld een horloge repareren bij een juwelier. De juwelier mag dan het horloge
behouden tot dat de rekening is betaald. Dit geldt ook wanneer de kosten wat hoger
uitvielen dan afgesproken.
Bij retentierecht wordt de degene die het recht uitvoert geen eigenaar van de zaak. De
verplichtingen worden alleen opgeschort om druk op de tegenprestatie te zetten. Hij mag
de zaak ook niet verkopen of gebruiken.
Er zijn hierbij wel 2 voorwaarden:
1. Je moet de zaak van een ander onder je hebben.
2. De ander is niet bereid aan jouw verplichtingen te voldoen.
Boek 3 art. 3 - Onroerende en roerende zaken
Onroerende zaken worden ook wel registergoederen genoemd. Registergoederen zijn alle
onroerende zaken, zoals huizen, gebouwen, grond, enzovoort.
Roerende zaken zijn de overige zaken, zoals een fiets, een boek en sieraden. Ook een auto is
geen registergoed, omdat de kentekenregistratie niks zegt over de eigenaar.
Boek 3 art. 306 - Verjaring
We spreken van verjaring als het verstrijken van een bepaalde tijd gevolgen heeft in het
recht. Iemand die door verloop van tijd een recht krijgt, zoals bij eigendomsrecht, waarbij
iemand eigenaar kan worden van een zaak door verjaring.
Een aantal voorbeelden hiervan zijn:
-Een vinder die aangifte heeft gedaan van zijn vondst en de eigenaar zich niet meldt binnen
een jaar wordt zelf eigenaar
- Een bezitter te goeder trouw is, dit wil zeggen iemand die oprecht meent eigenaar van een
zaak te zijn. De bezitter is na 3 jaar de rechtmatige eigenaar
- Een bezitter niet te goeder trouw, dit wil zeggen iemand die de zaak onder zich heeft maar
weet dat een ander eigenaar van de zaak is. De bezitter is na 20 jaar de rechtmatige
eigenaar.
Verjaring heeft dus twee kanten. De vinder of bezitter wordt door verjaring eigenaar. De
oude eigenaar verliest na die tijd zijn rechten.
Boek 3 art. 6 - Vermogensrechten
Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten.
Boek 5 art. 1 - eigendom
Het recht van eigendom is een zakelijk recht, dit wil zeggen dat het alleen over zaken kan
gaan (dus geen personen).
De eigenaar van de zaak mag doen met de zaak wat hij wil, maar er zijn wel grenzen.
Bijvoorbeeld wanneer rechten van anderen worden geschonden.
Boek 5 art. 10 - kosten bewaring en onderhoud
Wanneer de eigenaar binnen een jaar zich meldt moet de vinder zijn vondst teruggeven. Hij
heeft wel recht op een vergoeding van de kosten die de persoon heeft gemaakt om de zaak
te bewaren of de eigenaar op te sporen. De vinder mag de vondst houden tot dat deze
kosten zijn betaald, deze kosten moeten binnen 1 maand worden betaald. Doet de persoon
dit niet wordt de vinder na deze maand eigenaar.
Als een vinder aan alle verplichtingen heeft voldaan, krijgt deze een redelijke beloning
(meestal 10% van de waarde).
Boek 5 art. 11 - Melden binnen een maand
Indien een vinder die op grond van artikel 6 lid 1 eigenaar is geworden van een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak, zich niet binnen één maand na zijn verkrijging bij de gemeente heeft aangemeld om de zaak in ontvangst te nemen, is de burgemeester bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen, om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.
Boek 5 art. 5 - verplichting onbeheerde zaak
Vindersplicht:
In Nederland kennen we geen vindersplicht. Het is dus niet verplicht om kostbare zaken die
je tegenkomt en kennelijk geen eigenaar heeft op te rapen.
Plicht tot aangifte:
De vinder moet redelijk snel aangifte van zijn vondst doen. Dit kan de persoon bij iedere
gemeente doen en hiervan een bewijs van aangifte krijgen.
Geen afgifteplicht:
Wanneer je iets vindt moet je het wel aangeven bij de gemeente, maar hoef je het niet af te
geven. Dit is alleen zo wanneer dit in de APV’s staat.
Bij vondst van wapens of militaire uitrusting geldt er wel een algemene afgifteplicht.
Recht op afgifte:
Je hebt wel de mogelijkheid om het gevonden goed bij de gemeente in bewaring te geven.
Je kan hiervoor ook een bewijs ontvangen. Je bent dus niet verplicht om het zelf onder je te
nemen.
Boek 5 art. 6 eigendom na 1 jaar
Dagwaarde van meer dan 450 euro:
- Vinder neemt zaak mee naar huis en wordt na één jaar eigenaar.
- Vinder laat zaak bij de gemeente en wordt na één jaar, mits hij de zaak binnen een maand
na het jaar ophaalt eigenaar.
-Vinder laat de zaak bij de gemeente en stelt geen prijs op de zaak. De gemeente mag de
vondst na een jaar weggeven, verkopen of vernietigen
Dagwaarde van minder dan 450 euro:
- Vinder neemt zaak mee naar huis en wordt na één jaar eigenaar
- Vinder laat zaak bij gemeente en stelt geen prijs op de zaak. De gemeente mag de zaak na
3 maanden verkopen, weggeven of vernietigen.
Boek 5 art. 7 - Afgeven zaak
Wanneer de vinder zijn zaak afgeeft aan de bewoner van de woning, gebruiker van de
ruimte waar de vondst is gedaan of de persoon die daar voor hem toezicht houdt. Dan
gelden alle rechten en verplichtingen over op de nieuwe persoon en niet meer op de vinder.
Boek 5 art. 8 - vernietigen zaak (gemeente)
1.Indien een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak aan snel tenietgaan of achteruitgang onderhevig is of wegens de onevenredig hoge kosten of ander nadeel de bewaring daarvan niet langer van de gemeente kan worden gevergd, is de burgemeester bevoegd haar te verkopen.
Wanneer verkoop niet mogelijk is kan de zaak vernietigd worden.