Kapitel 3: München: Lektion 1 t/m 6 Flashcards
1
Q
Sich ansehen
A
Kijken naar
2
Q
Bereits
A
Al
3
Q
Leider
A
Helaas
4
Q
Die Mannschaft
A
Het team
5
Q
Sogar
A
Zelfs
6
Q
Die Sportart
A
De sportsoort
7
Q
Der Sportplatz
A
Het sportveld
8
Q
Das Tor
A
De goal / Het doelpunt
9
Q
Der Traumberuf
A
Het droomberoep
10
Q
Der Verein
A
De vereniging
11
Q
Die Weltmeisterschaft
A
Het wereldkampioenschap
12
Q
Der Zuschauer
A
De toeschouwer
13
Q
Anstrengend
A
Inspannend
14
Q
Die Ausrede
A
Het smoesje
15
Q
Das Ergebnis
A
De uitslag
16
Q
Faul
A
Lui
17
Q
Der Körper
A
Het lichaam
18
Q
Leicht
A
Gemakkelijk