Kapitel 1 Lektion 5 DU → NL Flashcards
1
Q
das Alter
A
de leeftijd
2
Q
das Bundesland
A
de deelstaat
3
Q
durchschnittlich
A
gemiddeld
4
Q
ehrgeizig
A
ambitieus
5
Q
erlauben
A
toestaan
6
Q
ersetzen
A
vervangen
7
Q
fordern
A
eisen
8
Q
schade
A
jammer
9
Q
der Streit
A
de ruzie
10
Q
üblich
A
gebruikelijk, gewoon
11
Q
die Umfrage
A
de enquête
12
Q
der Vorschlag
A
het voorstel