De Modale Werkwoorden Flashcards
1
Q
Schrijf het rijtje van kunnen
A
kann
kannst
kann
können
könnt
können
2
Q
Schrijf het rijtje van mogen/toestemming
A
darf
darfst
darf
dürfen
dürft
dürfen
3
Q
Schrijf het rijtje van lusten/houden van/aardig vinden
A
mag
magst
mag
mögen
mögt
mögen
4
Q
Schrijf het rijtje van moeten
A
muss
musst
muss
müssen
müsst
müssen
5
Q
Schrijf het rijtje van willen
A
will
willst
will
wollen
wollt
wollen
6
Q
Schrijf het rijtje van weten
A
weiß
weißt
weiß
wissen
wisst
wissen
7
Q
Schrijf het rijtje van moeten/zullen
A
soll
sollst
soll
sollen
sollt
sollen