kapital 2 lektion 1 Flashcards
1
Q
bekommen
A
krijgen
2
Q
brauchen
A
nodig hebben
3
Q
heute
A
vandaag
4
Q
keine ahnung
A
geen idee
5
Q
nur
A
maar
6
Q
reichen
A
genoeg zijn
7
Q
die schulsachen
A
de schoolspullen
8
Q
sogar
A
zelfs
9
Q
das taschengeld
A
het zakgeld
10
Q
die woche
A
de week