Kap.2 Redemittel M Flashcards
Naar Oostenrijk
In Österreich
waar gaat u het liefst op vakantie
Wo machen sie am liebsten Urlaub
Hoe lang heeft u vakantie?
Wie lange haben sie Ferien
Ik heb drie weken vakantie
Ich habe drei Wochen Ferien
waar bent u in geïnteresseerd
Wofür interessieren sie sich
ich ben vooral geïnteresseerd in cultuur
Ich interessiere mich vor allem für Kultur
wat doet u vanavond
Was machen sie heute Abend
ik ga naar het theater
ich gehe ins theater
heeft u al gereserveerd
Haben sie schon reserviert
ja de entreekaartjesheb ik al besteld
ja die Eintrittskarte habe ich schon bestellt
wat doet u als u thuis bent
Was machen Sie wenn Sie zu Hause sind
ik lees meestal de krant
Ich lese meistens die zeitung
viert u ook graag een feestje
Feiern sie auch gerne
Nee ik luister liever alleen naar muziek
Nein ich höre lieber allein musik
wanneer heeft hij vakantie?
wann hat er Ferien
volgende week
Nâchste Woche
wat doet hij dan
Was macht er dann