Kanker processen Flashcards

1
Q

Welke 6 kenmerken heeft een kankercel

A
  • autonome celgroei
  • ongevoelig voor anti-groeisignalen
  • ontwijken apoptose
  • oneindig blijven delen
  • aanhoudende angiogenese
  • weefsel invasie en metastase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

TNM-systeem

A

gebruikt voor stadium kanker aan te duiden
T = tumor
N = betrokkenheid lymfeklieren
M = metastase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is neo-adjuvant?

A

vooraf behandelen (tumor kleiner maken en daarna bijv verwijderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is adjuvant?

A

na chirurgie nog nabehandelen met chemo of andere middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zorgt een mutatie in een proto-oncogen voor?

A

Het zorgt voor een actiever oncogen , dat de cel stimuleert om te prolifereren of apoptose inhibeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zorgt een mutatie in een tumorsuppressorgen voor?

A

Het zorgt voor het wegvallen van de inhibitie van de celdeling of een stimulans op de apoptose weg valt weg, waardoor een cel ongeremd kan delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet een proto-oncogen?

A

Zorgt voor PROmotie van de celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet een tumorsuppressorgen?

A

Zorgt voor SUPPRESSIE van de ongeremde celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly