Kaas Flashcards

1
Q

Schrijver Kaas

A

Willem Elsschot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wanneer speelt Kaas zich af?

A

1933

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tot welke stroming hoort Kaas?

A

Nieuwe zakelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken Nieuwe zakelijkheid

A
  • korte en bondige zinnen
  • Weinig bijvoeglijk naamwoorden
  • weinig vertoon van gevoelens
  • onderkoeld opgeschreven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de opbouw voorafgaand aan het echte verhaal in Kaas?

A
  • Een inleiding, over stijl: oorspronkelijkheid/ persoonlijkheid/ levenshouding van de maker moet in het werk terug te zien zijn (sluit aan bij Forum: vorm-ventdiscussie)
  • Twee opsommingen (personages en elementen): doet denken aan een toneelstuk: personages en ‘rekwisieten’ worden opgesomd. De opsomming van elementen gaat grofweg van positieve naar negatieve woorden.
  • Een opdracht: ‘Opgedragen aanJan Greshoffdoor den dankbaren schrijver.’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Frans Laarmans

A
  • Hoofdpersoon
  • Vrij simpele man
    => midlife crisis
  • Naïef
  • overmoedig
  • Onderneming gedoemd te mislukken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fine Laarmans

A

Vrouw van Frans Ondersteunend en remmend Behoeden voor mislukking, maar geen gezichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meneer van Schoonbeke

A

Collega/adviseur van Frans Rijke, oudere man Motieven voor helpen onduidelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly