Jurisprudentie week 1: de drie B's van het bestuursrecht Flashcards
Bovenleidingportalen Duiven
Het oordeel over de vraag of voor het verrichten van een bepaalde handeling een vergunning is vereist,kan dit oordeel in het algemeen niet als een publiekrechtelijke rechtshandeling in de zin van 1:3 lid 1 Awb worden aangemerkt en is dus geen besluit. Hier zijn 2 uitzonderingen op:1. Als het aanvragen van een vergunning onevenredig bezwarend is;2. Als het verzoek om handhaving te laat komt omdat de gedane handelingen moeilijk of niet ongedaan kunnen worden gemaakt (bijv. festival wat al begonnen of geweest is)
Stichting Bevordering Kwaliteit Leefomgeving Schiphol
In dit arrest gaat het over het openbaar gezag in de zin van art. 1:1 lid 1 sub b Awb. Openbaar gezag kan in beginsel slechts bij wettelijk voorschrift worden toegekend. Als een wettelijk voorschrift ontbreekt, is een orgaan van een privaatrechtelijk rechtspersoon geen bestuursorgaan. Als er sprake is van privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen aan derden verstrekken, kan zich evenwel een uitzondering op deze regel voordoen, waardoor die organen toch bestuursorganen in de zin van art. 1:1 lid 1 sub b Awb zijn. Aan de volgende 2 cumulatieve vereisten moet zijn voldaan:1. Het inhoudelijke vereiste: het verstrekken wordt in beslissende mate door één of meer bestuursorganen of die bestuursorganen hoeven geen zeggenschap te hebben over de beslissing over een verstrekking in een individueel geval. Publiekrechtelijke rechtspersonen (a-organen);
2. Het financiële vereiste;: de verstrekking van deze uitkeringen of voorzieningen wordt in overwegende mate, dat wil zeggen in beginsel voor 2/3 of meer, wordt gefinancierd door één of meer bestuursorganen als bedoeld in art. 1:1 lid 1 sub b Awb
Inzet videoteam
Een brief van gemeente waarin wordt medegedeeld dat een videoteam tijdens een demonstratie aanwezig zal zijn, is een mededeling van feitelijke aard en is niet op een rechtsgevolg gericht. Het betreft dus geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb.
Een beslissing heeft een rechtgevolg wanneer het gericht is op een recht, bevoegdheid of verplichting of het vaststellen van juridische status van een persoon of zaak. De brief is niet gericht tot een rechtsgevolg, dus er is geen rechtshandeling en bevat slechts een mededeling van het voornemen tot feitelijk handelen
Mestbassin Mechelen
Het uitgangspunt is dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die hetbesluit toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Maar feitelijke gevolgen moeten wel ietsvoorstellen. Daarom wordt het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ gehanteerd als correctie op dituitgangspunt. Gevolgen van enige betekenis ontbreken als de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene zo gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij spelen de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (geur, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit een rol. In een straal van 250 meter
Intrekking Pgb
Ook derde met afgeleid belang kan belanghebbende zijn in bestuursrechtelijke procedure. Bij een afgeleid belang ben je niet per direct belanghebbende. Derde moet ook los van de contractuele relatie een zelfstandig eigen belang hebben.