Jurisprudentie Flashcards
Les Verts
De Unie is een rechtsgemeenschap in die zin dat noch haar lidstaten, noch haar instellingen ontkomen aan het toezicht op de verenigbaarheid van hun handelingen met het constitutionele handvest waarop de Unie is gegrond, namelijk het Verdrag. In deze gemeenschap dient rechtstreeks beroep open te staan tegen alle door de instellingen getroffen bepalingen die beogen rechtsgevolgen teweeg te brengen: toegang tot de rechter is één van de bestanddelen van een rechtsgemeenschap.
Titaandioxide
De keuze voor een rechtsgrondslag hangt niet af van wat de opvattingen van de instellingen zijn ten aanzien van het nagestreefde doel en de juiste rechtsgrondslag, maar moet berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn, met name het doel en de inhoud van de maatregel. De mening van de instelling is daarin niet bepalend.
Verder: hoofddoel? anders volstrekt gelijkwaardig en beide toepassen, anders die met meeste inbreng Parlement.
Tabaksreclame
Art. 114 VWEU vormt geen algemene bevoegdheidsgrondslag ter reglementering van de interne markt: een op dit artikel gebaseerde maatregel moet daadwerkelijk ten doel hebben de voorwaarden voor de instelling en de werking van de interne markt te verbeteren. Dat houdt in dat het bestaan van belemmeringen waarschijnlijk moet zijn en de maatregel als doel heeft die belemmeringen te voorkomen. Daarnaast moeten de mededingingsverstoringen merkbaar zijn. Art. 114 VWEU kan weliswaar als rechtsgrondslag worden gebruikt ter voorkoming van toekomstige belemmeringen van het handelsverkeer ten gevolge van een heterogene ontwikkeling van de nationale wetgevingen, maar het ontstaan van die belemmeringen moet waarschijnlijk zijn en de betrokken maatregel moet ertoe strekken die belemmeringen te voorkomen.
Als aan deze voorwaarden is voldaan, dan maakt het niet uit of ook andere motieven hebben meegespeeld bij het opstellen van de maatregel.
Van Gend & Loos
Met het EEG-Verdrag hebben de lidstaten een nieuwe, autonome rechtsorde gevormd ten bate waarvan de lidstaten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben begrensd. Het recht van deze rechtsorde is uit eigen hoofde geldig in de nationale rechtsordes van de lidstaten. De rechtsorde geeft zo niet alleen rechten én plichten aan de lidstaten, maar kan dat ook direct aan hun onderdanen doen, die deze dan voor de nationale rechter kunnen afdwingen.
Costa/ENEL
De lidstaten hebben bij het sluiten van de gemeenschapsverdragen hun soevereiniteit begrensd en daarmee een bindend rechtsstelsel in het leven geroepen. Vanwege dit bindende karakter kunnen de lidstaten deze rechtsorde niet omzeilen met een latere wettelijke regeling: bij strijdigheid tussen nationale wetgeving en Unierecht gaat Unierecht voor.
Simmenthal II
Alle nationale wettelijke bepalingen waardoor de rechter geen onmiddellijk gevolg kan geven aan een ongeldigheidsverklaring van nationaal recht vanwege strijd met het Unierecht, zijn in strijd met het leerstuk van directe werking en voorrang van het Unierecht, en tasten het nut van de prejudiciële procedure aan. Iedere nationale rechter moet daarom op eigen gezag alle strijdige nationale bepalingen buiten toepassing laten zonder daarvoor een wetgevingshandeling of gerechtelijke (constitutionele) procedure af te wachten.
Inter-Environnement
Tijdens de omzettingstermijn van een richtlijn geldt voor alle autoriteiten in de lidstaten de verplichting om zich te onthouden van maatregelen die de verwezenlijking van het door de richtlijn voorgeschreven resultaat ernstig in gevaar zouden brengen, ook al is rechtstreekse werking van de richtlijn uitgesloten. Dit volgt uit het loyaliteitsbeginsel van art. 4 lid 3 VEU. Ook nationale rechters dienen zich dus in die termijn zo veel mogelijk te onthouden van een uitlegging van het nationale recht die na de uitvoeringstermijn de verwezenlijking van de nagestreefde doelstellingen ernstig in gevaar zou kunnen brengen.
Becker
Een lidstaat mag geen feitelijk voordeel halen uit eigen nalaten om een richtlijn tijdig te implementeren. Dit zou het dwingende karakter van de resultaatsverplichting die een richtlijn aan lidstaten oplegt, ondergraven. Bepalingen van een richtlijn waarvan de omzettingstermijn is verstreken die voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk zijn, hebben daarom rechtstreekse werking en kunnen door particulieren worden ingeroepen tegen de overheid.
Kolpinghuis
De nationale overheid kan zich niet ten laste van een particulier op een bepaling van een richtlijn beroepen, ten aanzien waarvan de noodzakelijke omzetting nog niet heeft plaatsgevonden. Dan zou de lidstaat voordeel halen uit het eigen nalaten om aan haar omzettingsverplichting te voldoen.
Verder geeft het Hof aan dat er een plicht is tot richtlijnconforme interpretatie, ook voordat de omzettingstermijn is verlopen. Deze plicht wordt echter beperkt door de algemene rechtsbeginselen, die niet in het geding mogen komen.
Wells
Een beroep op verticale rechtstreekse werking is hier toegestaan omdat dit beroep er alleen op ziet om een verplichting op te leggen aan de overheid, en niet aan een andere particulier. Er is hier de facto dus geen sprake van omgekeerde verticale rechtstreekse werking, noch van indirecte horizontale werking.
Faccini Dori
De inroepbaarheid van richtlijnen is gebaseerd op het dwingende karakter ervan. Een richtlijn richt zich echter direct tot lidstaten en legt aan hen verplichtingen op. In dat kader is een richtlijn onder omstandigheden alleen verticaal inroepbaar, zodat een staat geen voordeel haalt uit zijn nalaten een richtlijn te implementeren. Horizontale inroepbaarheid is niet mogelijk, omdat de Unie alleen direct rechten en plichten aan burgers kan toekennen en opleggen wanneer zij de bevoegdheid heeft gekregen om een verordening te vast te stellen.
Marleasing
Een richtlijn, in combinatie met art. 4 lid 3 VEU, legt een verplichting op aan alle met overheidsgezag beklede instanties in een lidstaat om alle mogelijke maatregelen te treffen om nakoming van het doel van de richtlijn te verzekeren. Dit geldt ook voor de nationale rechter. Daarom dient bij de toepassing van al het nationale recht, ongeacht of het gaat om eerdere of latere wetgeving, de rechter dit zoveel mogelijk uit te leggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de richtlijn, ten einde het hiermee beoogde resultaat te bereiken. Deze plicht geldt vanaf het verstrijken van de omzettingstermijn.
Pupino
Uitlegging conform een kaderbesluit is in beginsel verplicht, maar wordt beperkt door algemene rechtsbeginselen, in het bijzonder de beginselen van rechtszekerheid en non-retroactiviteit. Dit betekent dat in alle gevallen, ook indien het niet de derde pijler betreft, de enkele conforme uitleg niet mag leiden tot bepaling of verzwaring van strafrechtelijke aansprakelijkheid. Daarnaast is uitlegging contra legem niet toegestaan.
Francovich
Uit het systeem van de verdragen, in combinatie met het loyaliteitsbeginsel, volgt dat lidstaten aansprakelijk zijn voor schade ontstaan bij particulieren vanwege schendingen van het gemeenschapsrecht door die staat.
Köbler
Het beginsel dat een lidstaat verantwoordelijk is om de schade te vergoeden die particulieren lijden als gevolg van een schending van het gemeenschapsrecht is eveneens van toepassing indien de schending voortvloeit uit een beslissing van een in laatste instantie rechtsprekende rechterlijke instantie. De criteria zijn gelijk aan die voor de overige staatsaansprakelijkheid, al is de lat voor gekwalificeerde schending hoger vanwege de specifieke aard van de rechterlijke functie en de eisen van rechtszekerheid: er dient sprake te zijn van een kennelijke schending.