Jurisprudentie Flashcards

1
Q

Les Verts

A

De Unie is een rechtsgemeenschap in die zin dat noch haar lidstaten, noch haar instellingen ontkomen aan het toezicht op de verenigbaarheid van hun handelingen met het constitutionele handvest waarop de Unie is gegrond, namelijk het Verdrag. In deze gemeenschap dient rechtstreeks beroep open te staan tegen alle door de instellingen getroffen bepalingen die beogen rechtsgevolgen teweeg te brengen: toegang tot de rechter is één van de bestanddelen van een rechtsgemeenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Titaandioxide

A

De keuze voor een rechtsgrondslag hangt niet af van wat de opvattingen van de instellingen zijn ten aanzien van het nagestreefde doel en de juiste rechtsgrondslag, maar moet berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn, met name het doel en de inhoud van de maatregel. De mening van de instelling is daarin niet bepalend.
Verder: hoofddoel? anders volstrekt gelijkwaardig en beide toepassen, anders die met meeste inbreng Parlement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tabaksreclame

A

Art. 114 VWEU vormt geen algemene bevoegdheidsgrondslag ter reglementering van de interne markt: een op dit artikel gebaseerde maatregel moet daadwerkelijk ten doel hebben de voorwaarden voor de instelling en de werking van de interne markt te verbeteren. Dat houdt in dat het bestaan van belemmeringen waarschijnlijk moet zijn en de maatregel als doel heeft die belemmeringen te voorkomen. Daarnaast moeten de mededingingsverstoringen merkbaar zijn. Art. 114 VWEU kan weliswaar als rechtsgrondslag worden gebruikt ter voorkoming van toekomstige belemmeringen van het handelsverkeer ten gevolge van een heterogene ontwikkeling van de nationale wetgevingen, maar het ontstaan van die belemmeringen moet waarschijnlijk zijn en de betrokken maatregel moet ertoe strekken die belemmeringen te voorkomen.
Als aan deze voorwaarden is voldaan, dan maakt het niet uit of ook andere motieven hebben meegespeeld bij het opstellen van de maatregel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Van Gend & Loos

A

Met het EEG-Verdrag hebben de lidstaten een nieuwe, autonome rechtsorde gevormd ten bate waarvan de lidstaten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben begrensd. Het recht van deze rechtsorde is uit eigen hoofde geldig in de nationale rechtsordes van de lidstaten. De rechtsorde geeft zo niet alleen rechten én plichten aan de lidstaten, maar kan dat ook direct aan hun onderdanen doen, die deze dan voor de nationale rechter kunnen afdwingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Costa/ENEL

A

De lidstaten hebben bij het sluiten van de gemeenschapsverdragen hun soevereiniteit begrensd en daarmee een bindend rechtsstelsel in het leven geroepen. Vanwege dit bindende karakter kunnen de lidstaten deze rechtsorde niet omzeilen met een latere wettelijke regeling: bij strijdigheid tussen nationale wetgeving en Unierecht gaat Unierecht voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Simmenthal II

A

Alle nationale wettelijke bepalingen waardoor de rechter geen onmiddellijk gevolg kan geven aan een ongeldigheidsverklaring van nationaal recht vanwege strijd met het Unierecht, zijn in strijd met het leerstuk van directe werking en voorrang van het Unierecht, en tasten het nut van de prejudiciële procedure aan. Iedere nationale rechter moet daarom op eigen gezag alle strijdige nationale bepalingen buiten toepassing laten zonder daarvoor een wetgevingshandeling of gerechtelijke (constitutionele) procedure af te wachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Inter-Environnement

A

Tijdens de omzettingstermijn van een richtlijn geldt voor alle autoriteiten in de lidstaten de verplichting om zich te onthouden van maatregelen die de verwezenlijking van het door de richtlijn voorgeschreven resultaat ernstig in gevaar zouden brengen, ook al is rechtstreekse werking van de richtlijn uitgesloten. Dit volgt uit het loyaliteitsbeginsel van art. 4 lid 3 VEU. Ook nationale rechters dienen zich dus in die termijn zo veel mogelijk te onthouden van een uitlegging van het nationale recht die na de uitvoeringstermijn de verwezenlijking van de nagestreefde doelstellingen ernstig in gevaar zou kunnen brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Becker

A

Een lidstaat mag geen feitelijk voordeel halen uit eigen nalaten om een richtlijn tijdig te implementeren. Dit zou het dwingende karakter van de resultaatsverplichting die een richtlijn aan lidstaten oplegt, ondergraven. Bepalingen van een richtlijn waarvan de omzettingstermijn is verstreken die voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk zijn, hebben daarom rechtstreekse werking en kunnen door particulieren worden ingeroepen tegen de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kolpinghuis

A

De nationale overheid kan zich niet ten laste van een particulier op een bepaling van een richtlijn beroepen, ten aanzien waarvan de noodzakelijke omzetting nog niet heeft plaatsgevonden. Dan zou de lidstaat voordeel halen uit het eigen nalaten om aan haar omzettingsverplichting te voldoen.

Verder geeft het Hof aan dat er een plicht is tot richtlijnconforme interpretatie, ook voordat de omzettingstermijn is verlopen. Deze plicht wordt echter beperkt door de algemene rechtsbeginselen, die niet in het geding mogen komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wells

A

Een beroep op verticale rechtstreekse werking is hier toegestaan omdat dit beroep er alleen op ziet om een verplichting op te leggen aan de overheid, en niet aan een andere particulier. Er is hier de facto dus geen sprake van omgekeerde verticale rechtstreekse werking, noch van indirecte horizontale werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Faccini Dori

A

De inroepbaarheid van richtlijnen is gebaseerd op het dwingende karakter ervan. Een richtlijn richt zich echter direct tot lidstaten en legt aan hen verplichtingen op. In dat kader is een richtlijn onder omstandigheden alleen verticaal inroepbaar, zodat een staat geen voordeel haalt uit zijn nalaten een richtlijn te implementeren. Horizontale inroepbaarheid is niet mogelijk, omdat de Unie alleen direct rechten en plichten aan burgers kan toekennen en opleggen wanneer zij de bevoegdheid heeft gekregen om een verordening te vast te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Marleasing

A

Een richtlijn, in combinatie met art. 4 lid 3 VEU, legt een verplichting op aan alle met overheidsgezag beklede instanties in een lidstaat om alle mogelijke maatregelen te treffen om nakoming van het doel van de richtlijn te verzekeren. Dit geldt ook voor de nationale rechter. Daarom dient bij de toepassing van al het nationale recht, ongeacht of het gaat om eerdere of latere wetgeving, de rechter dit zoveel mogelijk uit te leggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de richtlijn, ten einde het hiermee beoogde resultaat te bereiken. Deze plicht geldt vanaf het verstrijken van de omzettingstermijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pupino

A

Uitlegging conform een kaderbesluit is in beginsel verplicht, maar wordt beperkt door algemene rechtsbeginselen, in het bijzonder de beginselen van rechtszekerheid en non-retroactiviteit. Dit betekent dat in alle gevallen, ook indien het niet de derde pijler betreft, de enkele conforme uitleg niet mag leiden tot bepaling of verzwaring van strafrechtelijke aansprakelijkheid. Daarnaast is uitlegging contra legem niet toegestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Francovich

A

Uit het systeem van de verdragen, in combinatie met het loyaliteitsbeginsel, volgt dat lidstaten aansprakelijk zijn voor schade ontstaan bij particulieren vanwege schendingen van het gemeenschapsrecht door die staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Köbler

A

Het beginsel dat een lidstaat verantwoordelijk is om de schade te vergoeden die particulieren lijden als gevolg van een schending van het gemeenschapsrecht is eveneens van toepassing indien de schending voortvloeit uit een beslissing van een in laatste instantie rechtsprekende rechterlijke instantie. De criteria zijn gelijk aan die voor de overige staatsaansprakelijkheid, al is de lat voor gekwalificeerde schending hoger vanwege de specifieke aard van de rechterlijke functie en de eisen van rechtszekerheid: er dient sprake te zijn van een kennelijke schending.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rewe

A

Hierbij gelden twee eisen voor dit nationale procesrecht: het mag niet ongunstiger zijn voor een vordering voortkomend uit het Unierecht dan voor een vergelijkbare vordering voortkomend uit nationaal recht, en het moet het niet in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk maken om rechten uit te oefenen die de nationale rechter verplicht is te handhaven.

17
Q

Cilfit

A

Het Hof merkt als eerste op dat het aan de zelfstandige beoordeling van de nationale rechter is of er de noodzaak is een prejudiciële vraag te stellen: de mening van procespartijen speelt hier geen rol in.
Verder worden drie omstandigheden gegeven waarin de verwijzingsplicht niet geldt. Ten eerste als het antwoord van het Hof, hoe het ook luidt, geen invloed kan hebben op de oplossing van het geschil. Als die voorwaarde niet opgaat, dan geldt er in beginsel een verwijzingsplicht, tenzij er sprake is van een vraag die al in een gelijksoortig geschil is beantwoord of er vaste rechtspraak van het Hof bestaat over het punt waar het geding betrekking op heeft (‘acte éclairé’), óf als de toepassing van het gemeenschapsrecht zo evident is dat redelijkerwijze geen twijfel kan bestaan omtrent de wijze waarop de gestelde vraag moet worden opgelost (‘acte clair’). Het Hof geeft verder een uitwerking van de voorwaarden voor het aanwezig zijn van een acte clair: de rechter dient er zeker van te zijn dat het betreffende recht in iedere taal van het Verdrag hetzelfde zal worden uitgelegd, de rechter dient er rekening mee te houden dat rechtsbegrippen uit het Unierecht een autonome betekenis hebben die anders kan zijn dan de betekenis binnen een specifiek nationaal rechtsstelsel, en de rechter dient de betreffende bepaling in de context van het gehele op dat moment geldende Unierecht te bezien.

18
Q

Plaumann

A

Een besluit raakt een particulier ‘individueel’ indien er sprake is van ‘bijzondere hoedanigheden of een feitelijke situatie, welke hem ten opzichte van ieder ander karakteriseert en hem derhalve individualiseert op soortgelijke wijze als de adressaat.’ Dit is de Plaumann-formule.

19
Q

Foto-Frost

A

Het recht om een handeling van een van de instellingen ongeldig te verklaren berust exclusief bij het Hof: de nationale rechter is hiertoe niet bevoegd. De nationale rechter mag wél zelfstandig een handeling van een van de instellingen geldig verklaren.

20
Q

Dassonville

A

Het Hof vult de term ‘maatregel van gelijke werking’ zeer ruim in door middel van de Dassonville-formule: “Iedere handelsregeling der lidstaten die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren, is als een maatregel van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen te beschouwen.

21
Q

Säger

A

Het vrij verkeer van diensten betreft een belemmeringenverbod en niet een discriminatieverbod: alle beperkingen zijn verboden. Het Hof overweegt dat de eis is: “niet alleen de afschaffing van iedere discriminatie van de dienstverlener op grond van diens nationaliteit, maar tevens de opheffing van iedere beperking – ook indien die zonder onderscheid geldt (…) – die de werkzaamheden van de dienstverrichter die in een andere lidstaat is gevestigd en aldaar rechtmatig gelijksoortige diensten verricht, verbiedt of anderszins belemmert.”

22
Q

Gebhard

A

Dienstverlening is subsidiair aan vestiging, dus er dient eerst te worden nagegaan of er sprake is van vestiging. Om te bepalen of er sprake is van vestiging is de duurzaamheden van de deelname aan het economisch leven van een andere lidstaat doorslaggevend. Om te bepalen of hier sprake van is, kan worden gekeken naar een aantal elementen: duur, frequentie, periodiciteit en continuïteit van de werkzaamheden.

23
Q

De Coster

A

Als een niet-discriminatoire directe belasting de facto buitenlandse aanbieders van een dienst meer belemmert in hun dienstverlening dan binnenlandse, dan zou deze dus gezien worden als een beperking van het vrije verkeer van diensten.

24
Q

Cassis de Dijon

A

Belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer moeten worden aanvaard voor zover dringende (nationale) behoeften ze noodzakelijk maken. Het Hof ontwikkelt hier de rule of reason doctrine. Tevens verwijst het in dit arrest naar het beginsel van wederzijdse erkenning: een product dat in een lidstaat rechtmatig op de markt is, moet in beginsel zonder belemmeringen worden toegelaten op de markten van andere lidstaten.

25
Q

Keck en Mithouard

A

Het Hof past zijn eerdere uitspraak uit het Dassonville-arrest aan: nationale maatregelen die beperkingen opleggen aan bepaalde verkoopmethoden van producten (‘verkoopmodaliteiten’) zijn geen maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen, mits deze van toepassing zijn op alle marktdeelnemers en zij rechtens en feitelijk niet discrimineren naar nationaliteit.

26
Q

Italiaanse aanhangers

A

Nationale bepalingen die het gebruik van een product betreffen, dienen ook via de Dassonville-criteria te worden beoordeeld en kunnen maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen zijn. Daarbij kan aan de hand van het consumentengedrag worden gekeken of de maatregel een marktbelemmerende werking heeft.

27
Q

Notarisambt

A

Het begrip openbaar gezag heeft een autonome Europeesrechtelijke betekenis. Om werkzaamheden onder de uitoefening van het openbaar gezag te kwalificeren dient er sprake te zijn van een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag.