Juni examen (trimester 3) Flashcards

1
Q

Geef 6 redenen voor het groot sterftecijfer in de vroegmoderne tijd.

A
  • Ziektes
  • Slecht hygiënische omstandigheden
  • Hongersnood
  • Oorlog en conflicten
  • Gebrekkige medische kennis
  • Slechte voeding (= weinig gevarieerd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de 3 factoren die een rol speelde in een potentiële huwelijkskandidaat.

A
  • Goede naam hebben.
  • Economische stabiliteit.
  • Geen geloofsverschillen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer werd de Magna Carta ondertekend?

A

1215

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurde er in 1215?

A

De Magna Carta werd ondertekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef 4 reden hoe Hendrik VIII zijn macht uitbreidde.

A
  • Slimme huwelijkspolitiek.
  • Oorlogsvoering.
  • Tegenstanders onthoofden.
  • Anglicaanse kerk (= hoofd kerk/staat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie zijn regeerperiode wordt gezien als de Golden Age?

A

Elizabeth I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef 2 factoren waardoor Elizabeth I haar macht kon versterken.

A
  • Anglicanisme = hoofd kerk/staat
  • The Virgin Queen = ongehuwd = macht niet delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een personele unie?

A

Een staatsvorm waarbij meerdere staten vallen onder het bewind van één heerser.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef 2 reden waarom Jacob I kritiek kreeg.

A
  • Streven naar absolute macht.
  • Streven naar Anglicaanse geloofseenheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet de gebeurtenis waarbij Jacob II wordt afgezet?

A

Glorious Revolution

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer werd de Declaration of Rights ondertekend?

A

1689

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurde er in 1689?

A

De Declaration of Rights werd ondertekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk boek schreef Machiavelli?

A

Il Principe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke tip gaf Machiavelli aan de heersers?

A

Dat je als heerser niet altijd voor iedereen goed hoeft te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke uitspraak deed Machiavelli?

A

Het doel heiligt de middelen. (= alle middelen zijn geoorloofd om je doel te bereiken.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In wat geloofde Hobbes niet?

A

In de tussenkomst van God bij het kiezen van een nieuwe heerser.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat steunde Hobbes?

A

Het streven naar absolute macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk boek schreef Hobbes?

A

Leviathan

19
Q

Geef een voorbeeld van hoe Louis XIV een stempel drukte op de economie.

A

Invoering van het Colbertisme. (= beschermende economie voor Frankrijk)

20
Q

Geef een voorbeeld van hoe Louis XIV een stempel drukte op de godsdienst.

A
  • Hij verklaarde het Edict van Nantes ongeldig. (= godsdienstvrijheid)
  • Hij wilde invloed in kerk vergroten, schakelde pauselijke macht uit.
21
Q

Geef een voorbeeld van hoe Louis XIV een stempel drukte op het vlak van cultuur.

A
  • Hij richtte een academie voor wetenschap op.
  • Hij gebruikte kunst in zijn eigen voordeel.
22
Q

Geef een voorbeeld van hoe Louis XIV een stempel drukte op het vlak van buitenlands beleid.

A

Hij was heel imperialistisch. Hij had veel drang om zijn gebied uit te breiden.

23
Q

Wanneer gebeurde de Boston Tea Party?

A

1773

24
Q

Wat gebeurde er in 1773?

A

Boston Tea Party

25
Q

Wanneer werd de Declaration of Independence voorgesteld en door wie?

A

4 juli 1776 door Thomas Jefferson

26
Q

Wat gebeurde er op 4 juli 1776?

A

De Declaration of Independence werd voorgesteld.

27
Q

Wanneer gaven de Britten zich over?

A

1781

28
Q

Wat gebeurde er in 1781?

A

De Britten gaven zich over.

29
Q

Onder leiding van wie bestreden de Engelse Kolonies de Britten?

A

George Washington.

30
Q

Wanneer werd de Vrede van Parijs ondertekend?

A

1783

31
Q

Wat gebeurde er in 1783?

A

De Vrede van Parijs werd ondertekend. Engeland erkent de onafhankelijkheid van de VS.

32
Q

Wanneer kreeg de VS een eigen grondwet?

A

1789

33
Q

Wat gebeurde er in 1789?

A

De VS kreeg een eigen grondwet.

34
Q

Wat zijn de vier belangrijkste elementen van de grondwet van de VS?

A
  • Federale staat
  • Rechtstaat
  • Representatieve democratie
  • Presidentiële republiek
35
Q

Geef 4 oorzaken van de Franse revolutie.

A
  • Grote schulden die steeds opliepen.
  • Sociale ongelijkheid
  • Verlichting
  • Amerikaanse revolutie
36
Q

Wanneer bestormde het volk de Bastille in Frankrijk?

A

14 juli 1789

37
Q

Wat gebeurde er op 14 juli 1789.

A

Het volk bestormde de Bastille in Frankrijk.

38
Q

Wanneer bestormde het volk het koninklijk paleis?

A

1792

39
Q

Wat gebeurde er in 1792?

A

Het volk bestormde het koninklijk paleis.

40
Q

Wanneer trok Robespierre de macht naar zich toe?

A

1793

41
Q

Wat gebeurde er in 1793?

A

Roberspierre trok de macht naar zich toe.

42
Q

Van wanneer tot wanneer werd Engeland een republiek onder leiding van Cromwell?

A

1649 - 1650

43
Q
A