Jezelf voorstellen Flashcards
hoofdstuk 2
1
Q
안녕하세요
A
Hallo
2
Q
안녕히 겨세요
A
Tot ziens ( degene die weggaat)
3
Q
안녕히 가세요
A
Tot ziens ( degene die blijft)
4
Q
인사
A
Begroetingen
5
Q
자기소개
A
Zelfintroductie
6
Q
저
A
Ik (nederige vorm)
7
Q
반가워요
A
Leuk je te ontmoeten
8
Q
…씨
A
Meneer/mevrouw
9
Q
아니요
A
Nee
10
Q
네
A
Ja
11
Q
나이
A
Leeftijd
12
Q
살
A
Jaar (leeftijd)
13
Q
몇
A
Hoeveel
14
Q
~ 예요
A
Zijn (klinker vorm)
15
Q
~ 이여요
A
Zijn (medeklinker vorm)
16
Q
~ 아니에요
A
Niet zijn
17
Q
한국
A
Korea
18
Q
대한민국
A
Zuid-Korea (republiek van Korea)