Jaar 1 Wordlist (#2) Flashcards
de blessure
beschadiging aan je lichaam, vooral veroorzaakt door sporten
de carrière
loopbaan, het werk in iemands leven
de constructie
bouwsel dat uit meer onderdelen bestaat
de context
zinnen in de buurt van het woord
de gestalte
vorm van een lichaam, gedaante
de herkomst
waar iets of iemand vandaan komt
de instructie
1) aanwijzing hoe je iets moet doen; 2) een uitleg in stappen hoe je iets moet uitvoeren
de longen uit je lijf schreeuwen
heel hard schreeuwen
de omvang
grootte, ruimte die iets inneemt
de perfectionist
iemand die alles foutloos wil hebben
de periode
bepaalde hoeveelheid tijd, het tijdvak
de reputatie
goede of slechte naam van iets of iemand
de strategie
manier om je doel te bereiken, tactiek
de wijze
manier
het knaagt
het laat je niet met rust, het blijft pijn doen
het object
voorwerp, ding
het obstakel
iets dat in de weg zit, je belemmert, hindernis
iets bevestigen
zeggen dat het klopt
minstens
ten minste, niet minder dan
nonchalant
achteloos, onverschillig
resterend
overblijvend
selecteren
kiezen
veelbelovend
gezegd van iets waarvan je veel verwacht
vele malen
heel wat, veel keer
vol vuur
vol enthousiasme
volgens plan verlopen
gebeuren zoals je bedacht en gepland had
zich bekommeren om
zich zorgen maken over