ITSM 6 Flashcards

1
Q

Waar bestaat een thuisnet uit?

A
  1. Modem
  2. Access point
  3. Repeater of extender
  4. Hub
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bestaat een bedrijfsnet uit?

A
  1. Switch
  2. Router
  3. Firewall/DMZ
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn hulpapparaten in een netwerk?

A
  1. Firewall-.> public, private, DMZ

2. ACL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn verschillende servertypen?

A
  1. Webserver
  2. Printserver
  3. DHCP-server
  4. DNS-server
  5. Proxy server
  6. Mail server
  7. Authenticatieserver
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn authenticatieservers?

A

Een authenticatie server is een apparaat die de credentials van iedereen die probeert toegang te krijgen tot het netwerk onderzoekt en het onderzoekt/bepaald of netwerktoegang is toegestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zijn domeinen voor?

A

In een groter netwerk(>10 computers) kost het veel tijd om toegangsrechten en machtigingen voor elke computer en gebruiker afzonderlijk te beheren daarom bestaan er domeinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een domein controller?

A

Is een gecentraliseerde authenticatieserver.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt een domein controller?

A
  1. De admin voegt computers toe aan de DC.
  2. De admin voegt gebruikers toe aan de DC, inclusief hun accessrights en securitypermissions.
  3. Als de gebruiker zich aanmeldt bij het netwerk op een bepaalde computer, stuurt de DC een toegangscontrolecode naar de computer en dan weet de computer welke accessrights en permissions je hebt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly