ITSM 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn servers?

A

Servers zijn de core onderdeel van een netwerk. Ze bieden een link naar de bronnen die nodig zijn om een taak uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bieden servers aan netwerken?

A

Servers bieden netwerken de mogelijkheid aan om de controle van bronnen, beveiliging etc. te centraliseren waardoor de administratieve moeilijkheden minder worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zijn servers in onder te verdelen?

A
  1. Dedicated en non-dedicated servers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn dedicated servers?

A

Levert specifieke applicaties of services voor het netwerk. Het is gespecialiseerd in een paar taken. voorbeeld is een webserver, het wordt alleen gebruikt voor web pagina’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn non-dededicated servers?

A

Levert 1 of meer netwerk services en lokale toegang. Is meer flexibeler dan een dedicated server. Kan gebruikt worden voor direct netwerk verkeer en voor het uitvoeren van administratieve acties. Zoals het gebruik voor websites, printserver en als administratief werkstation.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn workstations?

A

Workstations zijn de computers waar de netwerk gebruikers hun werk op maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe worden workstations ook wel genoemd?

A

Client computers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is er vereist om een workstation te veranderen in een networkclient?

A
  1. Installatie van een network interface card.
  2. Kabelsysteem
  3. Client software
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een resource?

A

Een resource is elk apparatuur dat kan worden gebruikt op een netwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de meest belangrijkste resources?

A
  1. Printers en randapparatuur
  2. Schijfopslag en bestandstoegang
  3. Applicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke modellen zijn er voor toegang tot resources?

A
  1. Peer to peer netwerken

2. Client-server netwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn peer to peer netwerken?

A

Zijn computers zowel dienstaanbieders als dienstaanvragers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe worden peer to peer netwerken ook wel genoemd?

A

Werkgroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar zijn peer to peer netwerken geschikt voor?

A

Voor kleine goedkope netwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de nadelen van peer to peer netwerken?

A
  1. Het heeft geen gecentraliseerd beheer of controle waardoor het:
    a. Moeilijk is om het netwerk te beheren
    b. Het niet super veilig is
  2. Een computer heeft zijn eigen wachtwoord en je moet handmatig toestemming verlenen tot bestanden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn client-server netwerken?

A

Zijn geschikt voor grotere netwerken(>10 computers). Het gebruikt 1 of meer dedicated gecentraliseerde servers.

17
Q

Wat is het verschil van client-server netwerken met peer to peer netwerken?

A

Het is een veiligere omgeving en heeft centraal beheer.

18
Q

Wat heeft een client-server netwerk nodig om de omgeving te beheren?

A

Het heeft speciale software (NOS)nodig om de rol van de server in de omgeving te beheren.