it Flashcards

1
Q

stadierende scans voor controlleren op metastasen

A
  • botscan
  • ct
  • MRI
  • PSMA PET CT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

manieren om prostaatkanker op te sporen

A
  • prostaat speciefiek antigeen test (PSA test),
  • rectaal toucher
  • trans rectaal ultrasund (TRUS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gunstigere prognose blaaskanker

A

FGFR mutatie en lage MIB-1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

diagnose IgA nefropathie

A

nierbiopt en immonofluorescentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

metastase mamma carcinoom

A

long, lever en bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rood in gezicht

A
  • 5e ziekte: slapped cheeks, wegdrukbaar exantheem
  • roodvonk: gezwollen cervicale klieren, narcose kapje, frambozen tong, rood en ruw exantheem
  • rode hond: blwi, lymfadenopathie, klein vlekkig exantheem, vlekken palatum molle, meldingsplicht
  • mazelen: koorts, conjuctivitis, rhinitis eetc. grofvlekking confluerend exantheem, koplikvlekken, meldingsplicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

trichomonoas

A

vaginale jeuk en melkachtige afscheiding met belletjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling herpes bij immuuncecompromiteerde patient

A

valaciclovir 2dd 1000mg voor 10 dagen
of re- epitheliaisatie van de laesies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

erfelijkheid borstkanker

A
  • BRCA erft autosomaal dominant over
  • met BRCA 60-70% kans op mammacarcinoom voor 70 jaar
  • ook verhoogd risico ovarium carcinoom
  • CHEK2 gen heeft verhoogd risico op borstkanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

maatregelen erfelijke borstkanker

A
  • 25-60 jaar: jaarlijks MRI en klinisch borstonderzoek
  • 30-70 mammografie

secundair: jaarlijks gynecologshc onderzoek en echo ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

criterea familie met erfelijke borstkanker

A
  • onder 40 jaar 1e graads fam
  • 2 of meer 1e graads onder 50
  • 3 of meer 1e en 2e waarvaan 1 onder 50
  • ovarium carcinoom onder 50 en histologsche sereus carcinoom
  • ovarium/ tubacarcinoom en daarbij mammacarcinoom onde r50 in dezeldfde familie tak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

belangrijke verwekkers acute symotimatische pneumonie

A
  • s. pneumpniae
  • heamophilus influezae
  • morazella catarrhalis
  • s. aureus

deze typische verwekkers kleuren goed aan

atypische:
- mycoplasma pneumoniae
- legionella
- coxiella burnetii
- chlamidaa pneumoniae
–> productieve hoest en flinke hoofdpijn en griepachtig beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

auscultaire afwijkingen pneumonie

A
  • crepitaties
  • verscherpt ademgeruis
  • gedempte percussie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandeling CMV

A

(val) gangcycovir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gevreesde complicatie PJP

A

pneumothorax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

behandeling PJP

A

cotrimazol en evt predinson toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

standaard behandeling actieve tuberculose

A
  • isoniazide
  • rifampicine
  • pyrazinamide
    (- ethambutol)

6 maanden lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

CURB- 65

A

bepalen of patient thuis behandeld wordt of moet worden opgenomen:
- confusion
- ureum > 7
- respitory rate > 28/ min
- bd: sys < 90 en dia < 60
- 65 of ouder

vanaf 2 evt ziekenhuis en 3 moet opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

empirische behandeling urosepsis

A
  • augmentin + 1x gentamicine i.v.
  • tweede generatie cefalosporine iv + 1x gentamicine
  • 3e gen cefalosporine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

effecten anti- IgE

A
  • lager serum IgE
  • reductie astma symptomen
  • reductie rhinitis symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

kruisreactie boompollen allergie

A
  • aardappel
  • abrikoos
  • amandel
  • appel
  • kiwi
  • meloen
  • nectarine
  • paprika
  • paranoot
  • peer
  • perzik
  • peterselie
  • pruim
  • selderij
  • hazelnoot
  • soja
  • tomaat
  • walnoot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

contraindicaties immunotherapie

A
  • ernstige immuundeficienties
  • maligniteiten
  • psychische stoornissen
  • behandelen met beta blokkers
  • slechte compliance
  • ernstige astma
  • ongecontrolleerde astma
  • kinderen onder 5
  • significante cardiovasculaire aandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

behandeling jicht in stappen

A
  • ijs
  • rust
  • nsaid
  • prednison stootkuur
  • colchicine
  • intra articulaire streoiden
  • IL-1 blokker
  • urinezuur verlagende therapie bij > 3 aanvallen per jaar, of tophi en erosies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

diagnose RA met ARC criterea

A
  • ochtendstijfheid van minimaal een uur
  • artritis simultaan in minimaal 3 gewrichtsgroepen
  • artritis in minimaal 1 handgewricht
  • subcutane reamanoduli
  • reumafactor aanwezig
  • radiologische veranderingen

minimaal 4 criterea en 6 weken aanwezig voor diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

handgewrichten reuma

A

MCP en PIP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

oogaandoeningen

A
  • uveitis: pijn, fotofobie, minder visus
    –> oogdruppels/ injecties, oraal prednison of immunosupressiva
  • conjuctivitis: roodheid, oedeem en secretie bij bacterieel pussig en viraal waterig/ bloederig
  • keratitis: pijn fotofobie, troebel cornea en rode conjuctiva
    –> bij gecontamineerde contactlenzen of kunsstranen
    –> oogdruppels of corticosteroiden
  • cellulitis orbitae post septaal: rode conjunctiva, proptosis, visusdaling en bewegingsbeperking
  • endopthalmitus, kan je blind maken: rood, pijnlijk met visus daling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

behandeling pneumonie

A

thuis: amoxixilline
niet op IC: cefuroxim
wel op IC: moxifloxacine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

parasitaire koorts

A
  • maagdarm klachten
  • gewichtsverlies
  • vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

niet- infectieuze oorzaken van koorts

A
  • SLE: ANA - test en anti - dsdna –> gewrichtspijn en huiduitslag
  • RA: gewrichtspijn en ochtenstijfheid, reumafactor of anti CCP- antilichamen
  • DVT: zwelling, pijn en roodheid been
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

verschil nierstenen en ureterstenen

A
  • nierstenen: flankpijn
  • uretherstenen: koliekpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

klachten longfibrose

A
  • kortademing
  • benauwd
  • hoesten
  • minder fit
  • kleiner TLC, FEV1, VC en FRC en diffusiecapaciteit
  • normaal/ hogere FEV1/VC
  • normaal/ afgenomen RV

IPF: basale crepitaties, squaks en clubbing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

behandeling longfibrose

A
  • fibrose remmers: pirfenidon en nintedanib (niet curatief)
  • zuurstof geven bij ernsitige afname longfunctie of transplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

aanvulling ATLS op ABCDE

A
  • A: na sedatie een tube, bij EMV kleiner of gelijk aan 8, obstructie tong voorkomen met mayo tube
  • B: auscultatie en percussie longen, non breating mask en puls- oxy meter
  • c: instabiliteit bekken, volumeverlies aanvullen, afname materiaal
  • D; lateralisatie pupillen: PEARLL, menigiale prikkeling
  • E: logroll, wervelkloppijn, sphincterspanning en rectaal toucher
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

EMV score

A

E:
- 1. opent ogen niet
- 2. opent ogen bij pijnprikkel
- 3. opent ogen bij aanspreken
- 4. opent ogen spontaan
M:
- 1. geen reactie op pijnprikkel
- 2. extensie op pijnprikkel
- 3. abnormaal buigen op pijnprikkel
- 4. normale flexie op pijnprikkel
- 5. lokaliseert pijnprikkel
- 6. voert eenvoudig een opdracht uit
V:
- 1 geen verbale uitting
- 2 kreunt alleen
- 3 spreekt, maar geen conversatie mogelijk
- 4. conversatie maar verward
- 5 georienteerd in tijd plaats en persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

diepte BLS

A

5-6 cm of 1/3 borstkas

en positie handen is midden/ 13 sternum

wissel tijdens ritma analyse AED

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

wat zijn de schokbare ritmes waar een AED wel een schok toe zal dienen

A

ventrikeltachycardie en ventrikelfibile]lern

37
Q

wat moet je vermijden bij het plakken van de AED

A

sternum, calvicula en tepel

38
Q

werking glucocorticosteroiden

A
  • supressie cytokine productie
  • inhibitie lymfocyten proliferatie
  • inhibitie antistofproductie
  • ## inhibitie fagocytose
39
Q

complicaties glucocorticosteroiden

A
  • ontregeling DM
  • vocht retentie
  • ulcus
  • gastritis
  • psychose
40
Q

chronische complicaties glucocorticosteroisen

A
  • obesitas
  • huid- en spier atrofie
  • hirsutisme
  • hemorrhagische diathese
  • menstruatie stoornissen
  • oedeem
  • depressie
  • hypertensie
  • DM
  • osteoporose
  • glaucoom
  • cataract
41
Q

waarom moet prednison langzaam worden af en op gebouwd

A

heeft een hogere potentie dan cortisol zelf dus ACTH afgifte wordt geremd en dan nemen de nomrale concentraties cortisol en androgenen af
–. bij stoppen zijn ozna glomerulosa en reticularis nogsteeds onderdrukt

42
Q

sterkte op volgorde glucocoritcosteroiden

A

cortisol- predinson - methylprednison - dexamethason - fludrocortoson

43
Q

medicatie bijnierschors insuf

A
  • primair: hydrocortison en fludrocortison
  • secundair: alleen hydrocortison
44
Q

drugs en functie

A
  • opioiden (heroine en fentanyl) en benzodiazepinen (lorzepam en oxazepam) geven bewstzijnsverlies, ademhalingsdepressies, miosis, hypotensie, bradycardie en cyanose
  • stimulerende middelen: cocaine en methamfetamine juist agitatie, tachycardie, hypertensie, hyperthermie, tremoren en hallucinaties
45
Q

medicatie na overdosis

A

bij opioden: naloxon
bij benzodiapines: flumazenil

46
Q

bij welke toxicatie uitkijken met beademing

A

cyaniden en organofosfaten

47
Q

belangrijke factoren bij kwaliteiten van RCT

A

baselinkaraterestieken en bias

48
Q

allocation concealment

A

op het moment van toewijzing van een patient aan de onderzoeksgroep, weet nog niemand in welke groep deze patient komt

49
Q

jadad kwalitiet

A
  • RCT
  • 0-5 punten
  • was the studie discribed as randomised
  • was the studie discribed as dubble blind
  • was there a description of withdrawals and dropouts
  • extra punten bij methode van randomisatie of dubbele blindering expliciet omschereven
  • aftrek bij ongeschhikte methode omschreven
50
Q

verhagen kwaliteit

A
  • rct
  • was the method of randamisation performed
  • was the treatment allocation conceald
  • were the groups similar at basline regarding most important prognostic indicators
  • were eligibility criterea specified
  • was the outcome assessor blinded
  • was the care provider blinded
  • was the patient blinded
  • were point estimates and measures of variability presented for the primairy outcome measures
  • did the analysis incude an intention tot treat analysis
51
Q

newcaste ottowa scale

A
  • cohortstdies en case- controled studies
  • case control: selectie, verglijking case en controls en de bloodstlling
  • cohort studies: selectie, vergelijking verschillende cohorten en de uitkomsten
52
Q

etische principes

A
  • respect voor autonomie: zelfbeschikkingsrecht
  • weldoen: handelen om welzijn te bevorderen
  • niet schaden
  • rechtvaardigheid
53
Q

proportionaliteit

A

nadelen opwegen tegen voordelen

54
Q

subsidariteit

A

kiezen voor de minst schadelijke ingreep

55
Q

utilisme

A

zo veel mogelijk welzijn en geluk voor zo veel mogelijk mensen (totale collectieve welzijn)

56
Q

egalitisme

A

gelijkheid behalve als dit ten goede komt voor de meest benadeelde

57
Q

zorgvuldigheidseisen wet toetsing levensbe- eindiging

A

-ondragelijk uitzichtloos lijden
- vrijwillig en weloverwogen verzoek
- wordt medisch zorgvuldig uitgevoerd
- patient is goed voorgelicht en er is geen redelijk alternatief
- 1 onafhankelijke arts geeft oordeel: SCEN arts
- melding makten RTE
- morele uitganspunten: barmhartigheid en zelfbeschikkingsrecht

58
Q

dilemma’s besmettelijke ziekten

A
  • rol individu: anderen niet schaden: hoe ver gaat deze verantwoordelijkheid
  • rol arts: beroepsgeheim (soa) en zorgplicht
  • rol overheid: verdelen schaarse middelen en preventie maatregelen
59
Q

bedden prioriteit

A
  • minder lang bed gebruiken
  • werkzaam bij cov 19 bloodstelling en materiaal schaarste
  • jonger
60
Q

wat is fair inning

A

iedereen is in de loop van het leven gelijk: iedere generatie

61
Q

voorwaarden dwang rechtvaardigen

A
  • noodzakelijk
  • effectief
  • proportioneel
  • subsidair
  • minimaliseren van schade
  • niet discrimineren
  • gelijke toegang
  • privicy
62
Q

complicaties oma

A
  • nekstijf
  • rood/gezwollen mastoid met afstaand oor
  • nystagmus
  • gehoorverlies
  • n. facialis pareese
63
Q

behandeling OMA

A
  • xylometazoline (spoelen) of NaCL spoeling bij neusverstopping
    antimicrobieel bij ernstig ziek kind
  • meer dan 3 evt trommelvlies buisjes
64
Q

zeehonden blafhoest

A

laryngitis sybglottica

65
Q

snel progressieve inspiratoire stridor

A

epiglotittis

66
Q

bronchiolitis verloop

A

begint meestal met verkoudheidsverschijnselen en ontwikkeld tot porgressieve dyspnoe, hoesten en hoge lichaamstempratuur en kind kan intrekkingen
- auscultatie: diffuus inspiratoire stridor en expiratoir piepen

67
Q

gouden standaard pneumonie diagnose

A

x- thorax

68
Q

astma medicatie in stappen

A
  • b2 receptor agonist: salbutamol
  • inhalatie coricosteroid: budesonide
  • M3 receptor antagonist en langwerkende beta 2 receptor agonist
69
Q

behandeling actieve tuberculose

A
  • isonazide: 6 maanden
  • rifampicine: 6 maanden
  • pyrazinamide: 2 maanden
  • etambutol: tot goede gevoeligheid bekend
70
Q

B1 meldziekte

A
  • binnen een werkdag melden aan GGD
  • gedwongen thuisisolatie of opname
  • verbod op beroepsuitoefening
71
Q

diagnostiek tuberculose

A
  • kliniek: kortademig, koorts, vermoeid, gebrek aan eetlust, pob, gewichtsverlies en nachtzweten
  • radiologie: infiltraten longen, holtevorming en pleuravocht
  • histologische afwijkingen: granuloomvorming en necrose
  • mycobacterium kweek is gouden standaard
  • aankleuren met ziehl neelsen kleuring
  • besmetting maar niet ziekte: mantaux test en interferon famma release test
72
Q

eerste stap bij verdenking op longcarcinoom

A

ct

73
Q

wat zal ook oplichten bij een pet- scan

A
  • hersenen
  • nieren
  • blaas
  • infectiefoci
74
Q

qSOFA score

A
  • tachypneu > 22
  • systolische bd < 100
  • bewustzijnsverlies
75
Q

complicaties COVID-19

A
  • trombotische complicaties
  • CAPA (covid, associated aspergillis infectie)
  • decompensatio cordis
76
Q

verwekker kinkhoest

A

burdetella pertussis

77
Q

fasen kinkhoest

A
  • catarrale fase: 1-2 weken, verkouden, algehele malaise, milde koorts, harde droge prikkelhoest
  • paroxismale fase: 2-6 weken, hoestaanvallen met gierende diepe ademhaling, veel snachts en helder taai sputum
  • reconvalescentie fase - 12 weken: typische hoesstoten die losse hoest worden
78
Q

B2 meldingsplicht

A
  • binnen werkdag melden bij ggd
  • verbod op beroepsuitoefening
79
Q

behandeling kinkhoest

A
  • volwassenen: azitromycine
  • babies onder 4 weken: claritromycine
80
Q

percussie pneumonie

A

gedemt en 1 zijdig

81
Q

risicofactoren AP en MI

A
  • ouder dan 60
  • man
  • hypertensie
  • DM
  • hoog cholesterol
  • overgewicht
  • roken
  • alcohol gebruik
  • zout gebruik
  • weinig beweging
  • positieve familie anamnese
  • eerder hart- en vaatziekten
82
Q

behandeling instabiele AP

A

isosorbidennitraat 5 mg

83
Q

golden five

A
  • aspirine
  • p2Y12 inhibitor (clopidogel)
  • statine
  • beta blokker
  • ace inhibitor
84
Q

trias van virchow

A
  • stase van bloed
  • verhoogde stollingsneiging
  • beschadiging vaatwand
85
Q

diagnostiek longembolie

A

spiraal ct (afhankelijk van Wells criterea of YEARS beslisregel)

86
Q

behandeling longembolie

A
  • iv trombolytica en LMWH
  • coumarine derivaten
87
Q

cardiomyopathien

A
  • hypertrofische cardiomyopathie: vaak asymptomatisch, kan dyspnoe, pob, palpitaites en syncope
  • gedilateerde cardiomyopatie: dilatiatie hartspier: mindere linkerventrikelfunctie, hartfalen, ritme stoornissen, geleidingsstoornissen, plotse hartdood, veel genetisch
  • artimogene rechteventrikel cardiomyopathie: myocard wordt fibreus weefsel –> hartritme stoornissen en systolisch falen
  • restrictieve cardiomyopathie: gestoorde vulling ventrikels
  • non- compactie cardiomyopathie: verdikt met dikke groeven in spierlaag: ritmestoornissen, embolie en plotse hartdood
88
Q

erfelijke ritmestoornissen

A
  • lang QT syndroom
  • brugada syndroom